Wat is het verschil tussen bollen en knollen????

Het verschil tussen bollen en knollen is dat het reservevoedsel bij bollen opgeslagen wordt in de ondergrondse bladeren (de vlezige rokken of schubben) en bij knollen in de vlezige wortel (wortelknollen) of de stengel (stengelknollen).
Voorbeelden van wortelknollen zijn speenkruid en dahlia. De krokus en de aardappel zijn voorbeelden van stengelknollen.

Bollen en knollen komen beide voor op planten die reservoirs vormen waarin gedurende sluimerperioden energie wordt opgeslagen. De planten zwellen echter op verschillende plaatsen op. Een bol is een zwelling van vlezige schilden aan de voet van de bladeren. Deze schilden omsluiten de stengel en bladknop van het volgende jaar: de ui is wellicht het bekendste voorbeeld.


Een knol daarentegen is de gezwollen voet van een stengel. Nieuwe knollen groeien op de rug van oude, die verschrompelen als de plant gestopt is met bloeien. Krokussen en gladiolen zijn bekende voorbeelden van knollen. Voor de tuin maakt het verschil weinig uit. Het gaat erom dat u de voorkeuren van de individuele planten en variateiten leert kennen.

Een bol is een soort in elkaar geschoven plantje. De schil kun je afpellen, deze beschermt tegen kou en bacterieën. Hieronder zitten de "rokken"(ui), dit zijn verschillende lagen
Bij de knol kun je de schil er niet zomaar afhalen. Uit een knol kunnen nieuwe scheuten/plantjes groeien. Een knol bestaat uit één stuk.

De meeste bollen zijn vorstbestendig. Worden meestal voor de vorst gepoot. De knollen zijn niet vorstbestendig en worden in het voorjaar gepoot.
Bijvoorbeeld: tulp is een bol. Dahlia is een knol.