Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe leg ik uit dat ik gelijk heb?

Ik zit op 3 Atheneum en ik heb vandaag een rekentoets gehad. Nou heb ik een fout gemaakt, volgens de leraar, maar ik denk dat ik gelijk heb. Dit was de vraag uit de toets:

Op 1 Juli was de prijs aardbeien €3,50
Op 1 Juni was de prijs 10% hoger.
Wat was de prijs op 1 Juni?

Mijn berekening:
tabel:
% | 100 | 110
Prijs| 3,50| x

x=3,50x110:100= €3,85
_____________________

Mijn leraar had dit als berekening:

% | 100 | 90
Prijs| x | 3,50

x=3,50x100:90= €3,89
_____________________

Volgens de leraar is zijn antwoord goed, omdat je altijd de oude prijs (Juni= x, Juli= €3,50) als 100% moet nemen. Deze regel staat in ons leerboek, maar volgensmij is dat hier niet van toepassing.

Ik vind mijn antwoord goed, omdat je niet moet kijken naar Juni en Juli, maar naar de oude en nieuwe prijs.
Bijvoorbeeld: Stel Juni wordt Aldi
en Juli noem ik Jumbo

Bij de jumbo is de prijs €3,50 en bij de Aldi is de prijs 10% duurder.
Dit zou je op dezelfde manier moeten kunnen berekenen, omdat het in prenciepe dezelfde vraag is.

Ik heb dit al aan mijn leraar verteld, maar hij is het niet met me eens. Nu wil ik graag een hoger cijfer (van een 8,5 naar een 10), dus help mij even met een goed argument bedenken die ik aan de leraar kan vertellen!

Thanks in advance :)

Toegevoegd na 37 minuten:
Welke van de 2 antwoorden: €3,85 of €3,89, is correct, en waarom?

Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
in: Wiskunde
erotisi
7 jaar geleden
Als die regel niet in je boek had gestaan had je nog wel een punt. Maar die regel is op zich wel te begrijpen dus niet van toepassing achten is wat al te creatief....
ronron1212
7 jaar geleden
Het is wel van toepassing en het heeft niets met jou argumenten te maken. Je wordt getest op je leerstof.
erotisi
7 jaar geleden
Je voorbeeld met aldi en jumbo is bovendien toch een heel ander geval/vraag. Daar is nl geen tijdverloop tussen dus geen oude en nieuwe prijs dat is wel zo bij de aardbeien vandaar dat de regel in het ene geval wel en in het andere geval niet van toepassing is.
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
Zijn er nog mensen die een antwoord kunnen geven waar ik iets aan heb?
TurfGraver
7 jaar geleden
Een gewenst antwoord bedoel je?
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
Ik vind namelijk dat een reken/wiskundig correct antwoord correct is, niet een antwoord wat gebaseerd is op "Oud is altijd 100%"
erotisi
7 jaar geleden
De antwoorden waar je iets aan hebt staan er al. Maar als je leraar heel gewillig is misschien kun je nog stellen dat er geen jaartal bij staat en dat 1 juni ná 1 juli komt.....;-) dan klopt je berekening wel
ronron1212
7 jaar geleden
Je hebt gewoon geen gelijk hoe vervelend ook voor je @Andor1
erotisi
7 jaar geleden
Je stelling dat een wiskundig correct antwoord correct is klopt misschien wel maar ik vermoed dat je het vak meer betrekking heeft op economie (of maatschappij?) dan op wiskunde, en daar gelden ook weer andere regels.
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
Haha erotisi, goed argument, dankjewel ;). @ronron1212
Als je weet dat iets 10% duurder is, dan neem je toch 110% van de prijs en ga je geen 90% nemen? Er is wel degelijk een verschil tussen 90&100 en 100&110, op een relatieve manier, wat van belang is bij procenten...
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
Mijn leraar voor rekenen is wel een econoom, misschien heeft het daar wel mee te maken...
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
Laat je leeraar ( als hij niet oplet stapt hij er in ) een product of dienst van ex btw de btw bereken. Dan een korting Van zeg 21%. Over het totaal .
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
In de wiskunde gaat het om exacte formuleringen.
In dit geval is de opgave een taalkundig cryptogram, en heft dus niets met wiskunde te maken.
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
10 procent hoger ten opzichte van wat?
Als de vraag was: Op 1 Juli IS de prijs aardbeien €3,50, dan heb je helemaal gelijk.
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
De regel in je leerboek deugt niet. Het is geen algemeen geldende waarheid, en lijkt meer bedoeld te zijn om slecht geformuleerde opgaven mogelijk te maken. Kortom: schrap deze regel en zorg dat de opgaven duidelijk zijn!

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Het beste antwoord

Ik ga er even vanuit dat de opgave *letterlijk* zo was als vraagsteller hier aangeeft.

Vraagsteller heeft dan mijns inziens gewoon gelijk.

De opgave is simpel. Er wordt een bedrag X gegeven en er wordt om een ander bedrag Y gevraagd dat 10% hoger was, oftewel Y=1.1X. Anders had de opgave iets moeten zijn als dat Y met 10% gedaald was tot X, of dat X 90% van Y is, of zo.

Er is een bedrag en er wordt gesproken over "10% hoger". That's it. De opgave is duidelijk te lezen als: "wat is 110% van 3,50". Niet als "waar is 3,50 90% van".

Supermarkten zijn geheel irrelevant, net als het tijdsverloop in de originele opgave overigens.

Als de docent het tweede bedoelde dan is de opgave simpelweg "wat ongelukkig geformuleerd". Kan gebeuren, maar mag niet ten koste gaan van de student. Het argument zou dus moeten zijn: docent zal moeten beamen dat dit een prima interpretatie van de vraag was en kan gewoon het gegeven antwoord goed rekenen.

Ik vraag me nog wel af of deze student de enige was die deze fout heeft gemaakt, want de vraagstelling in de opgave lijkt me op z'n minst dubbelzinnig, zo niet gewoon verkeerd. Daarom zou student bij medestudenten kunnen checken of er meerdere mensen zijn die deze fout hebben gemaakt en er puntaftrek voor gekregen hebben en dan gezamenlijk de docent hierop aanspreken, en bij geen gehoor bij de leidinggevende van de docent aankloppen. Als de opgave inderdaad *letterlijk* zo was zoals vraagsteller hier aangeeft maakt student hier een prima punt.

Toegevoegd na 5 minuten:
Dus het cijfer 8.5 is 85% van wat het eigenlijk had moeten zijn, oftewel het juiste cijfer is met 15% gedaald naar het gegeven cijfer, oftewel het gegeven cijfer zou met ongeveer 18% moeten stijgen om bij het juiste cijfer te komen.

Dat alles gezegd hebbende vind ik het bij nader inzien overigens wel apart dat één antwoord op zo'n klein vraagje het verschil kan maken tussen een 8,5 en een 10.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
Fijn dat je er de tijd voor hebt genomen ;) Het is inderdaad het geval dat meerdere leerlingen uit mijn klas dit antwoord hebben gegeven, er zijn maar 3 andere leerlingen die het "goede*" antwoord hebben gegeven. *antwoord van de leraar We hebben al een beetje geprobeerd om onze leraar te overtuigen, maar hij blijft bij zijn eigen atwoord. Supermarkten en Maanden zijn inderdaad niet relevant, maar het heeft de leraar wel op een verkeerd spoor gebracht. Ik ga zeker met mijn leraar hierover praten, en ga ook gelijk krijgen. Thanks
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
Er waren 19 punten te verdienen in totaal en deze vraag kreeg 2 punten.
Niet veel punten —> sneller een laag cijfer, maar dat vind ik het probleem niet. :)

Andere antwoorden (2)

Als de vraag letterlijk zo is gesteld als hierboven, heb je gelijk. Dat de leraar iets anders heeft bedoeld is wel aannemelijk. Maar dan had hij de vraag anders moeten stellen.

"Dit was de vraag uit de toets:
Op 1 Juli was de prijs aardbeien €3,50
Op 1 Juni was de prijs 10% hoger.
Wat was de prijs op 1 Juni?"

Er staat 'op 1 juni was de prijs 10% hoger.'
Dit betekent taalkundig: 'Op 1 juni was de prijs 10% hoger dan op 1 juli'
Wat je leerkracht bedoelt: 'Op 1 juli was de prijs 10% lager dan op 1 juni'

Dit lijkt hetzelfde, maar is het niet!
Leg het eens voor aan je docent Nederlands. Misschien kan die helpen om je wiskundedocent te overtuigen.
(Lees meer...)
7 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
Inderdaad, maar Nederlands is misschien voor een econoom niet altijd zijn/haar beste kant... :p
Mijn wiskunde prof, Bruijns, begon met een college over taal. Hij gaf aan, dat taal het belangrijkste instrument van de wiskunde is.
De volgorde van de elementen in de vraag is bepalend. Je hebt dus gelijk.
Als de oude prijs op 100% gesteld moet worden, dan had dat in de vraag moeten staan.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
Deel jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image