Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Wanneer (en evt. door wie) is de nul als rekenkundig begrip uitgevonden?

het gaat om het besef van een toestand van niets hebben /niets is aanwezig, en tegelijk niets verschuldigd zijn/ geen tekort hebben.
De nul is later wel gedefinieerd als 'het middelste van alle getallen', om
Maar graag in 1e instantie antwoord op de hoofdvraag; uitleg is zeer werlkom.dat alle natuurlijke positieve getallen groter en alle negatieve getallen kleiner zijn (en er even veel positieve als negatieve natuurlijke getallen zijn).

Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
in: Wiskunde
2.1K
erotisi
8 jaar geleden
Brahmagupta gebruikte een belangrijk begrip in de wiskunde, namelijk het getal nul. De Brahmasphuta-siddhanta is de oudst bekende tekst die nul als een echt getal beschouwt en niet slechts een plaatsvervangend cijfer dat een ander getal representeert,https://nl.wikipedia.org/wiki/Brahmagupta
kierkegaard47
8 jaar geleden
zo uit mijn hoofd, door Indiase wiskundigen, ergens in de late oudheid of de vroege middeleeuwen. Maar ik zou even in de boeken moeten duiken om het precies te vinden....
erotisi
8 jaar geleden
Het getal 0 wordt in België beschouwd als zowel positief als negatief, in Nederland als niet positief en niet negatief. "
Het getal nul
Inleiding
Wie voor het eerst de nul zoals wij hem kennen gebruikte en wanneer dat was, is in de duisternis van de geschiedenis gehuld. Vast staat wel dat de nul in India werd uitgevonden. De eerste gedocumenteerde nul bevindt zich in een Visjnoe-tempel in Gwalior, ongeveer 400 km ten zuiden van Delhi: op een stenen tafel uit 876 wordt de nul meteen tweemaal gebruikt voor de weergave van de getallen 270 en 50.
Advertenties
De nul is ongetwijfeld een van de geniaalste uitvindingen van de mensheid. Een uitvinding waarmee rekenen eenvoudiger werd en waardoor fouten konden worden voorkomen. Een uitvinding die wij tegenwoordig vanzelfsprekend vinden. De nul is nodig om willekeurig grote getallen met slechts weinig tekens weer te geven. We gebruiken dan een getallenwaardestelsel, bijvoorbeeld het decimale stelsel zoals wij dat kennen. Wanneer een bepaalde positie geen bijdrage aan een getal levert, kunnen we proberen om op die positie niets in te vullen. Als we 6 honderdtallen, geen tientallen en 8 eenheden hebben, kunnen we 6 8 schrijven. De Babyloniërs deden dat inderdaad zo. Maar je ziet al meteen dat dat veel leesfouten oplevert en dat de deur wagenwijd openstaat voor vergissingen. Immers, als de ruimte tussen de 6 en de 8 klein is, zou je kunnen beweren dat dat helemaal geen tussenruimte is en dat het getal in werkelijkheid 68 moet zijn. Ooit is iemand op het krankzinnige maar geniale idee gekomen, dat er ook voor het niets een symbool nodig is. Dus dat de omstandigheid dat een bepaalde positie geen bijdrage levert met een symbool moet worden aangegeven. Daarmee was de nul geboren. In zijn boek Liber abaci introduceerde Fibonacci (de naam waarmee Leonardo van Pisa beroemd werd) in 1202 het nieuwe Indiaas-Arabische systeem in Midden-Europa. Hij deed dat als volgt en de helderheid van zijn formulering is onovertroffen: De negen Indiase tekens zijn 9 8 7 6 5 4 3 2 1. Met deze negen figuren en het teken 0, door de Arabieren sifra genoemd, kon elk getal worden geschreven.
erotisi
8 jaar geleden
"'Nul' werd zowat 5.000 jaar geleden geboren bij de Sumeriers van het Oude Babylon. De geboorte was toevallig, haast achteloos. Door hun positioneel cijferschrift - een kolom voor de eenheden, een voor de tientallen, een voor de honderdtallen, ... - merkten zij de nood aan het maken van een onderscheid tussen bijvoorbeeld 36 en 306. Zij deden dat door gebruik van een symbool met de betekenis 'lege kolom'.
Ook de Maya's hadden de nul ontdekt, vanuit de existentiele vrees dat er ooit een einde zou komen aan de tijd. De Egyptenaren, Grieken en Romeinen gingen aan het cijfer voorbij, met als gevolg dat de christelijke tijdskalender niet zoiets heeft als het jaar nul. Wij beginnen immers met het jaar 1 (volgend op 1 voor Christus). Nochtans hadden de Grieken via de Macedonier Alexander de Grote toen deze in 331 v.Chr. Babylon innam het "vreemde cijfer" ontdekt, en waren zij het die besloten het te symboliseren met een ovalen cirkel. http://www.gva.be/cnt/oid90282/archief-de-geschiedenis-van-nul-het-cijfer-dat-de-wereld-veranderde
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Het getal 0 wordt in België beschouwd als zowel positief als negatief, in Nederland als niet positief en niet negatief. ....
Oh? Zo werkt wetenschap toch nimmer? Het is een afspraak tussen wiskundigen dat 0 niet postief en negatief is (elk getal groter dan 0 is positief, elk getal kleiner dan 0 is negatief). Dat is voor zover ik weet wereldwijd. Zo ook is 0 een even getal.
https://www.youtube.com/watch?v=8t1TC-5OLdM
Numberphile heeft altijd leuke filmpjes over getallen.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Heb nog niet eerder gehoord van landen die hierin een andere uitleg aan geven. Maar wordt graag verrast in deze.
tinus1969
8 jaar geleden
De meeste reacties gaan over 0 als nummer cq placeholder (de 0 in 10), maar niet over de losse 0. dat zijn twee verschilledne concepten. De 0 als abstract begrip kotm vrijwelz eker uit India, waar Hindoes en Boeddhisten filosofeerden over het begrip sunya en sunyata (https://en.wikipedia.org/wiki/Sunya)
tinus1969
8 jaar geleden
Overigens is de eerste opmerkingen van @erotisi (Brahmagupta) en plusje waard.

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Het beste antwoord

In feite hebben de Babyloniërs het cijfer nul bedacht. Maar ze hebben duizenden jaren gerekend zonder een teken voor die nul te gebruiken. Ook nadat de nul was uitgevonden gebruikten de Babyloniërs nog het nul-teken niet aan het eind van hun getallen.

De Maya's en hun Olmeekse voorgangers ontdekten geheel onafhankelijk het begrip nul en noemden dat 'xix im'. Ze waren niet de eerste die met een symbool voor 'niets' (https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/7/7b/Cero_maya.svg/2000px-Cero_maya.svg.png ) kwamen, maar waren met het gebruik hiervan wel hun tijd ver vooruit. Daarom worden de Maya's als de echte uitvinders van het begrip nul beschouwd.

Maar de Hindoes beschouwden als eersten nul als een getal waar je gewoon mee kunt rekenen. Ongeveer in de zevende eeuw voor Christus begonnen zij met het zetten van een puntje om het tiende getal aan te geven. Die plek noemden zij Sunya, en dat betekent: leeg. Dit puntje groeide in de loop der tijd uit tot een rondje, het cijfer 0 zoals wij dat kennen.
(Lees meer...)
8 jaar geleden
tinus1969
8 jaar geleden
Dit is wel waar, maar gaat vooral over de nul als nummer cq 'placeholder' (de nul in 10, waardoor duidelijk is dat 10 anders is dan 1). Maar niet over nul als abstract getal (dus als losse 0).
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Ja dank je; vooral de laatste alinea vertelt exact wat ik graag wilde weten.

Andere antwoorden (2)

De nul als getal is waarschijnlijk 2000 jaar later "ontdekt" dan het gebruik van de nul als cijfer.

Het gebruik van nul als cijfer:
De eersten die een positiesysteem gebruikten waren de Babyloniers rond 1600 v. Chr. Zonder nul echter: het verschil tussen 12 (plaatje), 102, 120, 1002 of 1020 moest maar uit de context duidelijk worden. Pas rond 300 voor Christus introduceerde iemand twee schuine streepjes (plaatje) om het verschil tussen 12, 102 en 1002 aan te geven.

Het gebruik van nul als getal:
Eeuwenlang ging wiskunde over concrete problemen en niet over abstracte concepten als getallen.
Het idee dat nul, dat geen tastbare hoeveelheid vertegenwoordigt, een getal is, is een grote en belangrijke stap naar een abstract getalbegrip zoals we dat tegenwoordig vanzelfsprekend vinden. De stap om ‘niets’ als hoeveelheid (en nul als getal) te zien liet, ook na de introductie van nul, nog zo’n zeshonderd jaar op zich wachten. De oudst bekende vermelding van nul ‘op zichzelf’, (dus niet als letterteken in een groter getal) stamt pas uit 458 n. Chr.
De essentie van nul is dat het er is, eer iets anders is. Nog voor je bedacht hebt dat je wilt gaan tellen, staat je teller al op nul. Nul is dus altijd. Het is zo alomtegenwoordig, dat het veel moeite kostte het te ontdekken.
(Lees meer...)
8 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Leg dan even die min uit....
De oorsprong van nul is door Amadea goed uitgelegd.

Ik begrijp min of meer uit het tweede deel van je vraag dat je graag een bewijs wilt zien dat er evenveel positieve als negatieve getallen zijn. Dat gaat volgens mij als volgt.

Neem een getal x. Voor ieder x geldt dat je de waarde van x tegengesteld kunt maken van deze waarde door te vermenigvuldigen met -1. Voor ieder positief getal is er daarmee een negatieve tegenhanger en voor ieder negatief getal is er daarmee een positieve tegenhanger. Dus er zijn evenveel positieve en negatieve getallen.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Cryofiel
8 jaar geleden
Dit soort bewijzen rammelt eigenlijk altijd. Dat komt doordat het om oneindig veel getallen gaat. Zo kan ik bewijzen dat er meer even getallen bestaan dan oneven getallen. Dat bewijs gaat op een vergelijkbare manier als jouw bewijs. (Voor het gemak kijken we niet naar negatieve getallen.) Neem een willekeurig oneven getal. Aan elk oneven getal kunnen we een even getal koppelen door het oneven getal met 2 te vermenigvuldigen. Dit betekent dat er in ieder geval net zoveel even getallen zijn als oneven getallen. Daarnaast zijn er even getallen die *niet* op deze manier uit een oneven getal kunnen worden verkregen. Voorbeelden zijn alle veelvouden van 4. We kunnen nu twee dingen constateren:
a)  Aan elk oneven getal is een even getal gekoppeld.
b)  Daarnaast zijn er nog extra even getallen. Conclusie: er zijn meer even getallen dan oneven getallen. Euh...
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Maar ik doe geen uitspraak of x positief of negatief is. Ik doe alleen de uitspraak dat x altijd een tegenhanger met een omgekeerd teken heeft door met -1 te vermenigvuldigen. Daarmee laat ik geen verzamelingen van negatieve of positieve getallen buiten beschouwing. Graag een sterker argument waarom het niet klopt ;-)
Cryofiel
8 jaar geleden
Ik zeg niet dat het niet klopt. Ik zeg slechts dat deze manier van bewijzen niet automatisch geldig is.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Dat is jammer. Ik had graag een weerlegging gezien. Nu breng je mijn bewijs "in diskrediet" door een fout bewijs van iets anders te leveren en te suggereren dat mijn bewijs in dezelfde categorie valt.
Cryofiel
8 jaar geleden
Het bewijs valt toch in dezelfde categorie? Het is de categorie "tot oneindig tellen" en daarbij koppelingen maken tussen twee verzamelingen die allebei oneindig groot zijn. Het is dezelfde categorie waarmee je kunt bewijzen dat er evenveel rationele als gehele getallen bestaan. Zelfs 1+2+3+4+5+6+7+... enzovoort, oneindig lang alle positieve gehele getallen optellen - wat denk je dat de uitkomst is? Iedereen zegt: "oneindig". Maar je kunt wiskundig laten zien dat de uitkomst  --1/12 is... https://upload.wikimedia.org/math/f/9/8/f98fa2eae8ba3eeea13695e76d746d5d.png
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Het bewijs hoort m.i. niet tot dezelfde categorie. Ik bewijs niks met verzamelingen. Ik bewijs dat je als er voor ieder positief getal een negatieve tegenhanger is en voor ieder negatief getal een positieve. Niks met oneindig aftelbare trucjes of dat soort zaken waar jij volgens mij op doelt. De logische conclusie is dan dat er evenveel positieve als negatieve getallen zijn. Een volgende logische conclusie is dan dat als je die optelt dat je dan op nul uitkomt, of misschien op -1/12. Mogelijk op 42 als antwoord op alles. Maar omdat ik dat niet weet waag ik mij daar niet aan. De aard van dit bewijs is anders dan die bewijzen van jou.
Cryofiel
8 jaar geleden
Het lijkt mij niet zinnig deze discussie voort te zetten.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
@Cryofiel, heb je ook de link voor het bewijs van 1+2+3+4+...=-1/12?
Cryofiel
8 jaar geleden
https://en.wikipedia.org/wiki/1_%2B_2_%2B_3_%2B_4_%2B_%E2%8B%AF
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
@cryo eens, inhoudelijk heeft het pas zin als je mijn bewijs weerlegt, waar ik met veel belangstelling kennis van zou nemen. Maar verdere niet ter zake doende uitspraken en beweringen hebben geen zin.
kierkegaard47
8 jaar geleden
@cryo, @mullog, De standaard uitleg zou zijn dat niet de bewijsmethode rammelt, maar de uitspraak die je ermee probeert te bewijzen. We praten hier over oneindige verzamelingen waarbij een begrip als 'evenveel' geen exacte betekenis heeft. En geen wiskundige zou het begrip 'evenveel' serieus in zo'n context gebruiken, tenzij hij heel informeel bezig is, en aan de intuïtie probeert te appelleren. Dus doen wiskundigen the next best thing: ze bewijzen dat twee zulke verzameling "gelijkmachtig" zijn. Dat is: het is mogelijk om een afbeelding te vinden die ieder element één op één op de andere verzameling kan afbeelden -- en omgekeerd. Is het mogelijk zo'n afbeelding te vinden (en die is makkelijk te vinden, neem iets simpels als: aan ieder oneven getal x, voeg het even getal x-1 toe (en omgekeerd)), dan zijn de beide verzamelingen gelijkmachtig, volgens de definitie. Klaar. Praat je over eindige verzamelingen, dan komt de notie neer op "evenveel elementen". Bij oneindige verzamelingen is dat anders, hier schiet de intuïtie domweg te kort. Bij oneindige verzamelingen betekent het dus niet dat er "evenveel" elementen zijn, maar enkel dat je alle elementen van beide verzamelingen één op één kunt afbeelden. En dat kan. Het doet er dan niet meer toe dat er ook andere afbeeldingen zijn waarbij de ene verzameling 'meer' elementen lijkt te bevatten dan de andere.
Het probleem is niet de bewijsmethode, maar onze intuïtie, die niet kan accepteren dat er oneindig veel "schuif-" en "rek-" ruimte is in oneindige verzamelingen. Zo kan je bv. ook bewijzen met de afbeelding x->2x dat de verzameling E van even getallen gelijkmachtig is aan de verzameling natuurlijke getallen N. En ook dit is in de wiskunde een geaccepteerd resultaat; dit terwijl je toch makkelijk kunt laten zien dat de N echt groter is dan E: alle oneven getallen bijvoorbeeld....
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
@kierkegaard bedankt voor je reactie. Ik probeer te bewijzen dat er evenveel negatieve als positieve getallen zijn. Dat doe ik echter niet door de verzamelingen gelijkmachtig proberen te maken maar door aan te tonen dat van ieder positief getal een negatief getal geconstrueerd kan worden en andersom. Van daar uit trek ik dan de conclusie dat er evenveel negatieve als positieve getallen zijn. Misschien is mijn wiskundige notatie niet helemaal je dat maar het stoort mij enorm dat iemand zonder de redenering zelf te weerleggen de redenering als flauwekul af doet.
kierkegaard47
8 jaar geleden
Hoi @Mullog, Je redenering is géén flauwekul -en dat zegt Cryo ook niet voor zover ik het kan lezen- alleen maar dat je extreem met dit soort bewijzen moet oppassen. En daar heeft xij (=hij/zij) gelijk in. Xijn bewijs is namelijk even geldig als het jouwe. Xijn oplossing is stellen dat het bewijs "ergens rammelt", vermoedelijk omdat het resultaat niet overeen komt met de intuïtie. Mijn oplossing is stellen dat die intuïtie hier domweg niet meer voldoet en dat het begrip "evenveel" niet zinvol in deze context gebruikt kan worden. Juist omdàt het niets meer betekent kunnen jullie allebei zowel gelijk als ongelijk hebben. En ja, we hebben hier twee gelijkmachtige verzamelingen. De bewering dat er evenveel even als oneven getallen zijn (jij), klopt. De bewering dat er twee keer zoveel even als oneven getallen zijn (Cryo), klopt ook. Hieronder zal ik op nog andere manier laten zien (informeel) dat er 1000 keer zoveel oneven getallen als even getallen zijn. En dat klopt ook. Bekijk de volgende rij: Steeds 1000 oneven getallen en dan een even getal. Dus: 1,3, .... 1997, 1999, 2, 2001, 2003... .3997, 3999, 4, 4001, 4003.. 5997,5999, 6, 6001, 6003 .... en zo verder tot in het oneindige. Wat is de verhouding van even en oneven getallen in deze oneindige rij? En toch heb ik volstrekt niets anders gedaan dan de 'standaardrij' 1,2,3,4,5.... ietsje om te husselen. Zelfs als je het puur numeriek bekijkt is er niets tegen in te brengen. Immers, oneindig gedeeld door 1000 is nog steeds oneindig.
kierkegaard47
8 jaar geleden
En nog een technisch puntje: "Dat doe ik echter niet door de verzamelingen gelijkmachtig proberen te maken maar door aan te tonen dat van ieder positief getal een negatief getal geconstrueerd kan worden en andersom. " Maar dat is dus (op wat technische details na) juist de DEFINITIE van gelijkmachtigheid van twee verzamelingen! Tenminste, zoals ik die ken. Je laat elementsgewijs zien dat je ze één op één uniek kunt afbeelden, en dat dit voor ieder element van beide verzamelingen geldt. Het enige dat je niet doet is de verzamelingen _expliciet_ benoemen. Maar wel degelijk impliciet: "van ieder positief getal". <--- wat is dat anders dan ''de verzameling van positieve getallen ' ? Mocht ik je nou toch nog verkeerd begrepen hebben, dan zou ik graag horen waar ik fout zit.
Cryofiel
8 jaar geleden
@kierkegaard47, bedankt voor je uitleg. Jouw uitleg kiest een geheel andere vorm, een vorm waar ik niet op was gekomen. Ik vind jouw manier van uitleggen enorm verhelderend. @mullog, je denkt dat ik jouw antwoord verkeerd vind. Dat klopt niet. Ik ga dan ook niet in op jouw uitkomst, maar op jouw redenatie. Jouw uitkomst is correct, volgens jou (toch?). Je komt op jouw uitkomst door een redenatie te volgen. Als je vindt dat de uitkomst correct is, dan moet de redenatie ook correct zijn. Wat ik doe is *precies dezelfde* redenatie gebruiken die jij ook gebruikt, maar dan om aan te tonen dat er meer even getallen bestaan dan oneven getallen. Met als doel je aan het denken te zetten. Vind jij dat de redenatie klopt? Dan moet je ook vinden dat er meer even getallen zijn dan oneven getallen. Of dat er juist meer oneven getallen zijn dan even getallen, want ook dat kun je met (alweer) precies dezelfde redenatie laten zien. kierkegaard47 geeft dat uitstekend weer met zijn "gelijkmachtig" (prachtige term!). Het komt erop neer dat oneindig plus 1 exact, maar dan ook werkelijk exact, gelijk is aan oneindig. Zo is ook oneindig plus n exact gelijk aan oneindig, voor willekeurige n. Het voorgaande geldt zelfs voor n is oneindig. Dus oneindig plus oneindig is exact hetzelfde als oneindig. Dit betekent dan weer dan n maal oneindig exact evenveel is als oneindig. Maar hier mag n zelf niet oneindig zijn. oneindig maal oneindig is "hogermachtig" dan oneindig. Ik bedenk me zojuist een mooie illustratie. Die schrijf ik in de volgende reactie.
Cryofiel
8 jaar geleden
Illustratie: Neem een vel papier en teken daarop een vierkant. Het vierkant staat "rechtop", dus de vier zijden zijn ofwel horizontaal ofwel vertikaal. Laten we nu eens kijken naar het aantal punten op elk van de zijden van het vierkant. De redenatie van mullog laat zien dat het aantal punten op de onderzijde van het vierkant gelijk is aan het aantal punten op de bovenzijde van het vierkant. Mijn redenatie - of eigenlijk ook de redenatie van mullog, want beide redenaties zijn gelijk - laat zien dat het aantal punten op de linkerzijde en de rechterzijde van het vierkant samen, gelijk is aan het aantal punten op de onderzijde van het vierkant. Dezelfde redenatie is ook bruikbaar om te laten zien dat het aantal punten op alle vier de zijden gezamenlijk, gelijk is aan het aantal punten op de onderzijde van het vierkant. -- Nog even terug naar de wiskunde. Behalve de gehele getallen zijn er ook de rationele getallen. Dat zijn getallen als 1/4, 5/7, 13/19 enzovoort. Tussen elke twee opeenvolgende gehele getallen liggen meerdere rationele getallen. Tussen 1 en 2 liggen bijvoorbeeld 3/2, 4/3, 5/3, 5/4, 7/4, 6/5, 7/5, 8/5, 9/5 en dan nog veel meer rationele getallen. Wiskundig kan ik, opnieuw gebruik makend van dezelfde redenatie, laten zien dat er *evenveel* rationele getallen bestaan als gehele getallen.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Het bewijs is wel duidelijk. Wat mij stoorde js dat het gediskwalificeerd werd, altans in mijn ogen. Errammelt namelijk niets aan dit soort bewijsvoerin, en dat is wel je openjngszin.
kierkegaard47
8 jaar geleden
Nee, er is ook helemaal niets mis met je bewijs. En je bewijst ook nog eens dat er evenveel negatieve als positieve getallen zijn. Alleen zou je dus even makkelijk kunnen bewijzen dat er 3 keer zoveel negatieve als positieve getallen zijn. Of 5 keer minder. Net wat je wilt. Wat je er daarom ècht mee bewijst, is dat de beide verzamelingen "van dezelfde orde van oneindigheid" zijn, en dat is dus een veel rekbaarder begrip. (Net als bv Z (gehele getallen) en Q (rationale getallen). Maar bijvoorbeeld R (reëele getallen) is, als overaftelbare verzameling, echt een "orde" groter. ).
kierkegaard47
8 jaar geleden
"Maar hier mag n zelf niet oneindig zijn. oneindig maal oneindig is "hogermachtig" dan oneindig." Zelfs dàt is nog toegestaan. Immers, anders zou je ook niet kunnen bewijzen dat Q gelijkmachtig is met Z (aangezien de Q in feite wordt samengesteld uit tupels van twéé elementen die onafhankelijk van elkaar uit de gehele Z mogen komen).
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Kun je dan een bewijs tonen dat er twee keer zoveel negatieve als positieve getallen zijn.
kierkegaard47
8 jaar geleden
Natuurlijk. Als je het niet erg vind, doe ik het wat informeel, omdat het formeel veel meer ruimte (en notatie) kost. We beginnen met een "omgehusselde" rij van alle negatieve, en positieve getallen, als volgt: -1,-2,1,-3,-4,2,-5,-6,3, ....
(ofwel, om de beurt 2 negatieve getallen, gevolgd door een positief getal). Noem deze rij R. R bevat dus precies alle positieve en negatieve getallen (alleen in een een wat ongebruikelijke volgorde). Noem de deelrij die uit de eerste n termen bestaat R_n Dus bv. R_2= -1, -2
R_5= -1,-2,1,-3,-4 Het aantal POSITIEVE getallen in R_n noemen we P_n, en het aantal NEGATIEVE getallen M_n. Dus hier bijvoorbeeld P_5=1, M_5 =4 . Duidelijk is dat in iedere deelrij R_n ,geldt dat M_n "ongeveer" 2n/3 is, en P_N " ongeveer" n/3 . In feite kan je daar precieze inklemmingen voor maken, die neerkomen op: n/3 - 1 <= P_n <= n/3
en
2n/3 <= M_n <= 2n/3 +1

Beschouw nu de uitdrukking M_n/P_n (ofwel de ratio negatieve/ positieve getallen in R_n). Je kan een benedenafschatting voor M_n/P_n maken door de ONDERgrens van M_n in de teller, en de BOVENgrens van P_n in de noemer te zetten. Voor de bovenafschatting doe je natuurlijk precies het omgekeerde. Zo krijg je (2n/3 ) / (n/3) <= M_n/P_n <= (2n/3 +1 ) / (n/3 -1) en na wat vereenvoudigen 2 <= M_n/P_n <= 2 + 3 / (n/3 -1) Laat nu n naar oneindig gaan. In de limietovergang wordt R_n gelijk aan R, en wordt bovenstaande uitdrukking
2 <= M_n/P_N <= 2
ofwel
M/n / P_n =2 in R. Ofwel de ratio van negatieve/positieve gevallen gaat in de limiet naar 2. Maar R was precies de verzameling van alle positieve en negatieve getallen. Conclusie: er zijn twee keer zoveel negatieve als positieve getallen.
kierkegaard47
8 jaar geleden
(even voor de duidelijkheid, ik kan dus iedere verhouding die ik wil "aantonen" door met een "geschikte" beginrij te beginnen.) (ik schrijf "aantonen" tussen aanhalingstekens, niet omdat het bewijs ongeldig is, maar omdat het voor iedere ratio die je wilt kan, en dus blijkbaar de ratio zèlf betekenisloos is, en dus wat je aantoont een oneindige "rekbaarheid" van de ratio tussen positieve en negatieve getallen is). Het idee is dat ik laat zien dat in iedere deelrij de verhouding niet buiten bepaalde grenzen kan komen, en dat die grenzen in de limietovergang naar de volledige rij zelfs aan elkaar gelijk worden. De "verrekening" die je zou verwachten 'aan het eind', omdat ik hierboven twee keer zo hard door de negatieve als de positieve getallen ga, treedt nooit op, juist _omdat_ de beide verzamelingen oneindig zijn.
Cryofiel
8 jaar geleden
Wat een mooie weer, @kierkegaard47! Feitelijk laat je zien dat twee maal oneindig gelijk is aan oneindig. Of dat oneindig gedeeld door twee gelijk is aan oneindig, net hoe je het bekijkt. Waarbij je voor 'twee' elk willekeurig getal mag invullen, natuurlijk.
kierkegaard47
8 jaar geleden
Dank je @cryo, Overigens koos ik toch maar even voor dit ietwat ingewikkelder' bewijs, omdat ik met een bewijs wilde komen waarin de verhouding ook echt heel duidelijk tussen onder- en bovengrens ingeklemd kon worden (in plaats van een bewijs in de vorm 'f(x)-> -2x' en hè, nu zijn alle oneven negatieve getallen nog 'over', dus zijn er "twee keer zoveel" negatieve getallen!)
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Mooi bewijs. En als ik de tekens omkeer dan kan ik precies het omgekeerde bewijzen! Mijn conclusie is dan dat er op een hoger niveau iets mis is met de bewijsvoering. Zoiets als Zeno's paradox. Mij ontbreekt de de kennis om daar iets zinnigs over te zeggen.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Over Zeno' s paradox kun je wel iets zinnigs zeggen. Elke keer dat Achilles aankomt op de plaats die bij de vorige meting door de Schildpad was bereikt, is de door hem afgelegde afstand kleiner. ook de tijdsintervallen worden kleiner. Zo sterk, dat zij beide naderen naar nul. Een deelsom nul gedeeld door nul is niet geldig, want door nul kun je niet delen; je krijgt dan een zinloos antwoord en dat nu is het zinnige wat erover te zeggen valt. Overigens is eenvoudig rekenkundig aan te tonen dat Achilles de schildpad inhaalt en op welke plaats dit gebeurt: zet de snelheden en plaatsen in een grafiek, beide zijn lineaire verbanden en de achterstand van Achilles is het verschil van de oorsprongen op de X-as.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Mooi zoals er op GV dan weer om de kern van de opmerking heen gepraat wordt maar wel over het voorbeeld ;-) De kern van mijn opmerking is dat er aan de bewijsvoering iets niet deugt. Uit het ongerijmde kun je redeneren dat het niet mogelijk zou moeten zijn dat je kunt bewijzen dat er meer positieve dan negatieve getallen zijn en dat je met praktisch hetzelfde bewijs het omgekeerde kunt bewijzen. Aangezien niet beiden waar kan zijn kun je misschien (zie mijn laatste zin) concluderen dat er evenveel positieve als negatieve getallen zijn. Ik denk dat de crux hem zit in het begin van het bewijs waarbij je, volstrekt legitiem waarschijnlijk, met een gehusselde rij begint. Alleen is je gehusselde rij een eindige rij en ik vraag mij af of het wel legitiem is die te vertalen of projecteren naar een oneindige rij. Maar zoals eerder gezegd, mijn kennis schiet daar ernstig tekort.
Cryofiel
8 jaar geleden
De rij van positieve getallen is in den beginne ook een eindige rij die je vervolgens vertaalt of projecteert naar een oneindige rij. Kern van het "probleem" is dat twee maal oneindig EXACT HETZELFDE is als oneindig, en dat is weer EXACT HETZELFDE als de helft van oneindig.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Sinds wanneer zit er een einde aan de positieve getallen?
Cryofiel
8 jaar geleden
Er zit net zo'n einde aan de rij met positieve getallen als er een einde zit aan de gehusselde rij die jij in je vorige reactie noemde.
kierkegaard47
8 jaar geleden
Hoi Mullog, Ik zal niet op alle beweringen uitgebreid ingaan (omdat ik ook nog een rustige avond wil hebben), maar even heel kort: "En als ik de tekens omkeer dan kan ik precies het omgekeerde bewijzen!" En dat is dus precies wat ik (en Cryo) nu al de hele thread betogen. Het MAAKT NIET UIT welke verhouding je kiest, je kunt het ALTIJD bewijzen alleen maar door het bewijs iets aan te passen. Had ik de verhouding 1/3 willen aantonen, dan was ik begonnen met de rij -1,-2,-3,1,-4,-5,-6,2,-7,-8,-9, enz En had ik het 'evenveel' willen aantonen, dan was ik begonnen met de rij 1,-1,2,-2,3,-3... enz. En het bewijs dat je gebruikt maakt ook niet uit. Cryo heeft al laten zien hoe je jouw redenering waarmee deze hele thread begon (die van "bij x hoort -x en omgekeerd"), zou kunnen aanpassen om te laten zien dat er "meer" negatieve dan positieve getallen zijn. Met wat nadere precisering kan je hem ook gebruiken om aan te tonen dat er _precies_ 2 keer zoveel zijn. Of 2 keer zo weinig, net wat je wilt. Ik kan het uitschrijven als je wilt maar het lijkt me niet nodig. Met andere woorden: we hebben nu al 2 tamelijk verschillende redeneertrants waarbij dit optreedt . (Hoewel deze bewijzen niet zo verschillend zijn als ze misschien lijken). Hebben nu beide redeneertrants dezelfde fout, of is er iets anders aan de hand? Mijn bewering: wèlk bewijs je ook zou bedenken, dit zal je _altijd_ krijgen. De bewijsmethode maakt niet uit, het resultaat is steeds hetzelfde. En de kern van het verhaal is iedere keer weer wat Cryo al zei "2 * oneindig= PRECIES oneindig".
kierkegaard47
8 jaar geleden
"Aangezien niet beiden waar kan zijn " Hmmm... dat kan dus wel degelijk. Hieronder een voorbeeld van twee verzamelingen A en B waarvoor ALLE DRIE de volgende uitspraken hieronder WAAR zijn, ook al lijken ze elkaar tegen te spreken. 1) A) bevat precies 5 keer zoveel elementen als B) 2) B bevat precies 5 keer zoveel elementen als A) 3) A en B bevatten precies evenveel elementen. De verzamelingen zijn: A Alle negatieve getallen die reëelwaardige wortels hebben B) Alle getallen y waarvoor geldt: 0 * y = 1 Immers, A en B hebben 0 elementen, en 0=0/5=0*5. Je vindt dit misschien een beetje een flauw voorbeeld -en dat is het natuurlijk ook- maar mijn punt is, dat in bepaalde gevallen vergelijking met behulp van ratio's _domweg niet opgaat_, en dat ALLES even waar of onwaar is als je het in die termen stelt. Dat is in het geval van nul elementen zo, zoals in dit voorbeeld. En in het geval van oneindig veel elementen ook --zoals in de verzamelingen waar wij het tot nog toe over hadden. Het verschil is alleen dat het in het geval van nul elementen hopelijk iets beter visualiseerbaar is. (én natuurlijk dat je in het geval van nul elementen nog de _optellingsoperator_ ter vergelijking hebt ("A heeft 3 elementen meer dan B"))- wat in het geval van oneindige verzamelingen ook niet meer lukt. Het is dan ook geen toeval dat in zekere zin, nul en oneindig elkaars "inverses" zijn als je over ratio's spreekt. Beide gevallen zijn "pathologisch", in die zin.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
@kierkegaard, ik had bijna als reactie gegeven "Ik zal me dan toch maar eens in Cantor gaan verdiepen en bedankt voor jullie tijd". Helaas zadel je mij nu weer op met een vraag ;-) A is de verzameling van alle negatieve getallen die reëelwaardige wortels hebben. Dat betekent dat A een lege verzameling is. Een lege verzameling heeft geen elementen. Dan is de uitspraak dat A 5 keer zoveel elementen heeft dan willekeurig welke andere verzameling volgens mij niet correct. @cryofiel ik drukte mij denk ik niet goed uit. Wat ik bedoelde is dat als je gehusselde rij is samensteld met -1,-2,-3,1,-4 dan kun je dat principe eindeloos herhalen maar je gebruikt 4 negatieve getallen tegen over één positieve. Je kunt dat eindeloos doorzetten maar je creëert een zeker kunstmatig negatief overwicht t.o.v. het positieve. Ik hoop dat duidelijk is wat ik bedoelde. @Beiden. Ik zoek ook wat verder en volgens mij is mijn bewijs een bijectie. Als dat niet zo is dan wil ik dat graag weten. >>> uit de wiki https://nl.wikipedia.org/wiki/Bijectie Om een exacte koppeling tussen twee verzamelingen X en Y te verkrijgen (waar Y overigens niet hoeft te verschillen van X), moet aan vier eigenschappen worden voldaan: Elk element uit X moet aan ten minste één element uit Y zijn gekoppeld,
Geen element uit X kan aan meer dan één element uit Y zijn gekoppeld,
Elk element uit Y moet aan ten minste één element uit X zijn gekoppeld,
Geen element uit Y kan aan meer dan één element uit X' zijn gekoppeld.
<<<<<< einde citaat wiki En als laatste. Ik besef wel dat je van alles kunt bewijzen wat los en vast zit, zeker rekening houdend met begrippen als oneindig (het is denk ik niet voor niets dat men oneindig waar mogelijk wil vermijden). Maar ik blijf een unheimisch gevoel houden bij bewijzen zoals kierkegaard geeft waarbij je bewijs afhankelijk is van een veranderbaar uitgangspunt aan het begin van het bewijs.
kierkegaard47
8 jaar geleden
"Dan is de uitspraak dat A 5 keer zoveel elementen heeft dan willekeurig welke andere verzameling volgens mij niet correct." Daarin heb je gelijk, die uitspraak is niet correct. Maar het is dan ook niet wat ik zei. Ik zei dat A 5 keer zoveel elementen (én 5 keer zo weinig!) had als verzameling B, _die óók leeg is_. Het punt dat ik wilde maken is dat uitspraken die in eerste instantie tegenstrijdig lijken, dat niet per se hoeven te zijn. Omdat er gevallen zijn waarin zulke uitspraken bij nader onderzoek _betekenisloos_ blijken. Gevallen waarin de vergelijkingsoperator (in dit geval "A bevat x keer zoveel elementen als B" ) in zekere zin "ontaard" is. Verzamelingen met 0 elementen vormen zo'n ontaard geval, immers 0*x=0, voor welke x dan ook (met als enig mogelijke uitzondering "x=oneindig"). Dus ik kan wel zeggen: de ene verzameling met 0 elementen bevat er 5 keer zoveel als de andere verzameling, met óók 0 elementen, en strikt genomen is mijn uitspraak nog waar ook. Alleen _betekent_ het niet zoveel, en waarschijnlijk is het inderdaad meest voor de hand liggend om te zeggen dat ze er "even veel" hebben. Maar daarmee zijn de andere uitspraken (5 keer zoveel), niet _fout_. Verzamelingen met oneindig veel elementen vormen een ander ontaard geval. Immers, oneindig * x = oneindig, voor welke x dan ook (met als enige mogelijke uitzondering x=0). Ook in dat geval is de uitspraak "A bevat evenveel elementen als B" zeker juist, maar niet noodzakelijk tegenstrijdig met een uitspraak als "A bevat twee keer zoveel elementen als B" of "A bevat er twee keer zo weinig". Net als in het geval van 0 elementen is de uitspraak "x keer zoveel" in feite betekenisloos. Je zou hooguit kunnen argumenteren dat de ene zienswijze ('evenveel') meer voor de hand ligt als de andere '5 keer zoveel', maar dit is en blijft een intuïtieve notie. In zekere zin zijn de verzameling met 0 elementen en verzamelingen met oneindig veel elementen in dit opzicht elkaars spiegelbeeld. (Alleen kun je in het geval van verzamelingen met 0 elementen, de uitspraak 'A bevat 3 elementen meer dan B' nog wel zinvol interpreteren waar dat in het geval van aftelbaar oneindige verzamelingen ook niet meer lukt.)
kierkegaard47
8 jaar geleden
Je hebt absoluut gelijk als je beweert dat je een bijectie gemaakt hebt in je oorspronkelijke antwoord. Ik meende zelfs dat ik de term zelf al in de mond had genomen, maar blijkbaar is dit niet zo. De notie 'bijectie' staat nl. centraal in de definitie van het al eerder genoemde begrip "gelijkmachtigheid": A en B zijn _gedefinieerd als gelijkmachtig_ als je een _bijectie_ kunt construeren die de hele A op de hele B afbeeldt- en omgekeerd (zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Gelijkmachtigheid) Waarmee je bewezen hebt dat de verzameling van negatieve en de verzameling van positieve getallen dezelfde "kardinaliteit" hebben, en dus gelijkmachtig zijn. Kardinaliteit is dan weer een generalisatie van "aantal elementen in de verzameling". Bij elke _eindige_ verzameling vallen beide begrippen precies samen. Dat betekent dus dat in het geval van 2 _eindige_ verzamelingen A en B je op deze manier inderdaad kunt bewijzen dat ze evenveel elementen hebben. De uitspraken : A heeft dezelfde cardinaliteit als B, komt dan op precies hetzelfde neer als "A heeft evenveel elementen als B". In het geval van 2 _oneindige_ verzamelingen blijkt alleen dat het begrip "cardinaliteit" toch niet precies hetzelfde is. Je kunt namelijk wel stellen dat de verzameling van negatieve en de verzameling van positieve getallen dezelfde kardinaliteit heeft., maar dit sluit niet uit dat er evenveel positieve als negatieve getallen zijn, maar óók 2 keer zoveel, en 3 keer zo weinig -- omdat, zoals ik hierboven geprobeerd heb uit te leggen, die wijze van vergelijken zinloos is. Wat is het verschil ? Om te laten zien dat twee verzamelingen gelijk in kardinaliteit zijn, volstaat het om een bijectie te leggen van de gehele A naar de gehele B. Dat heb je gedaan. Het doet er dan voor de notie van kardinaliteit niet meer toe, dat je óók een bijectie kunt leggen van bv. de gehele A naar _een deel van B_, zoals Cryo deed door met x-> 2x te werken. Of omgekeerd, een bijectie van de hele B naar een deel van A. Immers IS er een bijectie van de hele A naar de hele B, en dat is alles wat de definitie vereist. Maar als je over "evenveel" spreekt en daarbij de intuïtieve notie van het begrip aanhoudt ("dus kunnen er niet 2 keer zoveel zijn"), geeft dat dus wèl paradoxen (zie de afgelopen 35 posts ;) ). Tenzij je dus "evenveel" in de "rekbaarder" zin bedoelt, zoals in het begrip 'kardinaliteit'. In die zin is het mogelijk -uiteindelijk- toch weer een kwestie van terminologie ...
kierkegaard47
8 jaar geleden
"Maar ik blijf een unheimisch gevoel houden bij bewijzen zoals kierkegaard geeft waarbij je bewijs afhankelijk is van een veranderbaar uitgangspunt " Dat snap ik. Dat gevoel heb ik zelf ook. Dit zijn van die bewijzen die tegen de intuïtie ingaan. Er zijn overigens wel meer van dit soort bewijzen in de wiskunde, die aantonen dat je in bepaalde gevallen naar bijna ieder gewenst resultaat toe kunt praten. Wat deze bewijzen dan ook daadwerkelijk aantonen, is dat er op fundamenteler niveau iets tekort schiet aan ons intuïtieve begrip als het om oneindigheden gaat. Zo is er bv. een stelling dat je bij bepaalde oneindige optelreeksen de uitkomst kunt veranderen in alles wat je wilt, _alleen maar door volgorde van optelling te herschikken_. (Dit heet de "Riemann series rearrangement theorem", zie bijvoorbeeld
http://mathworld.wolfram.com/RiemannSeriesTheorem.html ). Gaat ook hartstikke tegen mijn intuïtie in. (In feite moest ik aan deze stelling denken toen ik mijn bewijs maakte.) Of neem. de bekende Banach-Tarksi paradox, die stelt dat het in theorie mogelijk is om een massieve bol zó op te splitsen dat je de delen daarna weer kunt samenvoegen tot twéé massieve bollen van dezelfde afmetingen als de oorspronkelijke bol. In feite zegt deze stelling dus dat ons intuïtieve concept van "behoud van volume" bij voldoend ingewikkelde deelverzamelingen niet meer opgaat, en je er dus ook "alles uit kunt krijgen wat je wilt". https://nl.wikipedia.org/wiki/Banach-tarskiparadox
Cryofiel
8 jaar geleden
Zoals ik al eerder zei: tel alle positieve gehele getallen bij elkaar op. Het resultaat is negatief en een breuk, namelijk -1/12. Zie https://en.wikipedia.org/wiki/1_%2B_2_%2B_3_%2B_4_%2B_%E2%8B%AF .
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
En dat allemaal vanwege het woord "rammelt" in cryos eerste zin:-) Heren bedankt voor jullie tijd en aandacht.
kierkegaard47
8 jaar geleden
I do agree dat hier wel lang genoeg over gesproken is :) Mijn excuses als ik soms wat woordenrijk ben geweest, en als ik misschien niet altijd even duidelijk, maar als wiskundige blijf ik het een _fascinerend_ onderwerp vinden ...

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 5000
Gekozen afbeelding