Hoe bereken ik de volgende opgave uit de voorbeeld rekentoets voor het voortgezet onderwijs?
Op internet vond ik de rekentoets voor het voortgezet onderwijs. De meeste vragen vond ik erg gemakkelijk, maar deze kwam ik niet uit.
Wie kan me uitleggen hoe het moet?
De zilvervlootrekening was een spaarrekening voor jongeren waarbij er bovenop de rente van 3,5% per jaar aan het einde van de totale spaarperiode van minimaal 5 jaar nog een extra premie van 10% werd verstrekt.
Janneke had na 6 jaar sparen €430,32 op haar rekening staan. Ze wil nog 1 jaar doorsparen en dan al haar geld opnemen. Om in totaal €600,- op te kunnen nemen moet ze aan het begin van het zevende jaar extra geld op haar rekening zetten.
Hoeveel geld moet ze extra op haar rekening zetten? (rekenmachine toegestaan)
Mijn berekening:
De €600,- is inclusief de 10% premie, die moet je er dus eerst van aftrekken. Ik denk dat er 600 – ((600/110)x10) = 600-54,54 = €545,46 op haar rekening moet staan aan het eind van het 7e jaar voor de toekenning van de premie.
Er moet dus in het 7e jaar 545,46-430,32 = €115,14 bijkomen.
Klopt het tot zover?
En zo ja,
Maar hoe ga ik nu verder? Een deel daarvan is 3,5% rente gedurende het zevende jaar. Je kunt niet alleen de 3,5% rente uitrekenen van die €115,14, want de rest (de €430,32) blijft er ook op staan en krijgt ook rente.
Bron: http://www.volkskrant.nl/dossier-onderwijs/maak-hier-de-voor-het-middelbaar-onderwijs-verplichte-rekentoets~a3833805/