Kan iemand mij een simpele uitleg geven over hoe ik cijferend moet vermenigvuldigen met 2 tientallen?

Zet de getallen onder elkaar, met het laagste getal onder. Maak dan sommen met alleen maar eenheden. 23 x 33 wordt dan 3 x 3 + 3 x 3 en 2 x 3 + 2 x 3. De twee uitkomsten (van 3 x 33 en van 20 x 33) zijn 99 en 660. Deze zet je ook onder elkaar en tel je op. De uitkomst is 759.

Met "moeilijkere" getallen moet je tientallen uit de tussenuitkomsten onthouden en die later optellen, bijvoorbeeld bij 36 x 47. De som 36 x 47 wordt 6 x 7 + 6 x 4 en 3 x 7 + 3 x 4.

6 x 7 is 42. De 2 hiervan wordt opgeschreven, de 4 wordt onthouden. 6 x 4 is 24. Daar moet de 4 nog bij worden opgeteld, dus 28 wordt opgeschreven voor de 2: 282. Dit is de eerste tussenuitkomst.

Daarna wordt er onder de als eerste opgeschreven 2 een 0 gezet. We gaan nu immers met een tiental (namelijk 30) vermenigvuldigen. 3 x 7 is 21: de 1 wordt opgeschreven, de 2 wordt onthouden. 3 x 4 is 12. De 2 wordt opgeteld bij de 12, en dit wordt 14. De tweede tussenuitkomst is 1410.

Daarna worden de twee tussenuitkomsten opgeteld: 282 + 1410 = 1692.

36 x 47 is dus 1692.

Ik leerde altijd dit:

Bijv. 23 x 33.
Eerst 10 x 33= 330
Nogmaals 10 x 33= 330
Uiteindelijk 3 x 33= 99

330 + 330 = 660
660 + 99 = 759

Dus eigenlijk de som in stukken onderverdelen.