Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Waarom bestaat er geen driehoek met zijden 2, 5 en 8 cm ?

Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
in: Wiskunde
3.9K
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Probeer zo'n driehoek zelf te tekenen, dan kom je er vanzelf achter.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Probeer zo'n driehoek zelf te tekenen, dan kom je er vanzelf achter.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Probeer zo'n driehoek te tekenen met een gebogen kant, en dan zie je dat het wél kan.
Zie mijn antwoord.

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Antwoorden (3)

Omdat de twee zijden die het kortst zijn altijd langer moeten zijn dan de langste zijde
De zijden van 2 en 5 cm zouden elkaar zelfs niet raken als je er een hele platte driehoek van probeert te maken. (dus met 2 hele scherpe hoeken)

Toegevoegd na 1 minuut:
Met die eerste zin bedoel ik natuurlijk: de lengte van de 2 kortste zijden samen (opgeteld) moet langer zijn dan de langste zijde

Toegevoegd na 7 minuten:
Beetje knullige manier om het te laten zien, maar zelfs als je die zijden van 2 en 5 plat legt halen ze het dus niet, zie het plaatje
(Lees meer...)
Plaatje bij antwoord
11 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Correct antwoord voor een Euclidische ruimte, maar zo'n driehoek kan wel degelijk bestaan.
Kijk mijn antwoord.
Dat is vanwege de driehoeksongelijkheid. Voor iedere driehoek met zijden a, b en c geldt: c <= a + b. Als je hier de getallen 2, 5 en 8 invult, dan krijg je 8 <= 2 + 5, hetgeen niet waar is. Er kan dus geen driehoek bestaan met zijden 2, 5 en 8.
De driehoeksongelijkheid volgt direct uit een van de axioma's van de vlakke meetkunde: "de kortste verbinding tussen twee punten is een rechte lijn". Immers, als er een driehoek zou zijn met c > a + b, dan zou de weg via a en b korter zijn dan de rechte weg via c, en dat kan niet volgens het axioma.
(Lees meer...)
WimNobel
11 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Correct antwoord voor een Euclidische ruimte, maar zo'n driehoek kan wel degelijk bestaan.
Kijk mijn antwoord.
WimNobel
11 jaar geleden
Ja, Gabi, dat had ik me ook gerealiseerd. Vandaar dat ik in mijn antwoord vermeld heb "axioma's van de vlakke meetkunde" (= Euclidische meetkunde).
Overigens is het axioma van de rechte als kortste verbinding tussen twee punten nog steeds geldig in de niet-Euclidische meetkunde (waarbij "rechten" bijv. grootcirkels op een bol zijn). Het is het parallellenaxioma dat verlaten wordt.
Nu ik er verder over nadenk kom ik tot de conclusie dat de driehoeksongelijkheid in de niet-Euclidische meetkunde ook geldt.
(zie verder reactie op jouw antwoord)
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Inderdaad, je hebt helemaal gelijk. Geen speld te krijgen tussen je argumenten.
Des te meer dat ik niet snap dat je mijn antwoord als fout. bestempelt.
Ik geef tevens twee antwoorden: de eerste in een Euclidische ruimte (en het antwoord is "nee, zo'n driehoek kan niet bestaan"), en de tweede in een niet-Euclidische ruimte (en het antwoord is "ja, zie uitleg")
Dat is een tricky vraag, want zo'n driehoek kan wel degelijk bestaan!

Dit is het logische antwoord:
In de Euclidische meetkunde en in een 2-dimensionale ruimte, kan een driehoek met die afmetingen niet bestaan, simpelweg omdat 2+5=7, en dat is dus korter dan de lange zijde van 8.

Maar je kan uiteraard een driehoek maken waar de lange kant geen rechte lijn is, en een boog vormt, waardoor deze "korter" wordt. Je hebt nog steeds een driehoek en je kan de lange kant zo groot maken als je maar wilt.
Als de ruimte waar je je driehoek tekent niet meer 2-dimensionaal is (lees: plat), maar 3-dimensionaal (b.v. de oppervlakte van een voetbal, of een ei of een gebogen stuk papier), dan kan je ook dit resultaat krijgen, en in deze niet-Euclidische ruimte, worden de lijnen nog altijd als "recht" gezien. Denk b.v. aan de parallellen op onze Aarde. Op een kaart (een Euclidische ruimte) zie je ze als rechte lijnen getekend, maar in feite zijn het cirkels (omdat ze op een sfeer zijn getekend)

Ook andere eigenschappen van driehoeken die wij als 'vanzelfsprekend' ervaren in de klassieke Euclidische meetkunde worden anders. Zo is b.v. de som van alle hoeken als één van de kanten gebogen is, niet meer altijd 180° zoals bij een driehoek "hoort".

Toegevoegd na 50 minuten:
Ik heb (sorry, uit de losse hand!) een voorbeeld voor je getekend.
Zie de foto
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Top antwoord!
Men denkt direct in de Euclidische meetkunde, daar dacht ik zelf ook aan. Toen zag ik jouw antwoord en ja, je hebt wel gelijk. De vraagsteller vroeg niet waarom het niet in de Euclidische meetkunde kan.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Think off the box...
Summo
11 jaar geleden
De theorie is leuk maar je figuur is geen driehoek naar normale maatstaven.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Als voor jou "normaal" betekent "Euclidisch", dan moet ik jou een klein beetje gelijk geven, en meteen jou herinneren aan het feit dat de planeet waar jij en ik leven is geen Euclidisch ruimte: onze wereld is namelijk rond.
(^_^)
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
En ja, het is een driehoek. Ook in een Euclidische ruimte. Wat telt zijn de hoeken, niet de zijden.
Summo
11 jaar geleden
Ik zou niet durven te beweren dat je geen gelijk hebt, maar voor gewone burgers die in een normale ruimte leven is dit geen driehoek hoor, maar een theoretisch geval. Ik ben erg benieuwd of de vragensteller hier wel naar op zoek was.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Daarom heb ik ook een dubbel antwoord gegeven.
WimNobel
11 jaar geleden
@Summo: ik denk inderdaad dat het geen driehoek is naar normale maatstaven. Niet omdat hij niet Euclidisch is, maar omdat één van de zijden niet recht is volgens alle Euclidische en niet-Euclidische definities.
WimNobel
11 jaar geleden
@Gabi: Bij het begrip driehoek denken we aan een meetkundige figuur met drie hoeken en drie rechte zijden. Dat laatste zit in de betekenis van het woord opgesloten, ook al geeft het woord letterlijk alleen het aantal hoeken aan. Daarbij heeft "recht" de betekenis die van toepassing is in de gebruikte meetkunde. Op een boloppervlak kunnen de rechten dus delen van grootcirkels zijn, maar niet zomaar willekeurige gebogen lijnstukken. Als je van een driehoek niet eist dat de zijden recht zijn, dan blijft er, ook in het Euclidische geval, niets over van de driehoeksongelijkheid. Je kunt dan net zo goed in de vlakke (Euclidische) meetkunde een driehoek met gebogen lijnen tekenen die niet aan de driehoeksongelijkheid voldoet. Sterker nog dat heb je net gedaan op je Euclidische papiertje! Toch zijn er boldriehoeken waarvoor de driehoeksongelijkheid niet geldt. Je kunt dat voor elkaar krijgen door twee hoekpunten niet langs het kortste, maar langs het langste deel van de grootcirkel met elkaar te verbinden. De vraag is dan echter of je dat lange deel van de grootcirkel wel een rechte mag noemen. Het is immers niet de kortste verbinding tussen de twee punten…
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
@Wim
Terwijl ik niet twijfel aan je wiskundige kennis, en ik helemaal begrijp dat je het moeilijk hebt met een driehoek met een gebogen zijde, het is en blijft een perfect valide driehoek.
Of de min van jou komt, dat weet ik niet (uiteraard is het je goede recht, of van die dan ook), maar het is geheel onverdiend, om te beginnen omdat het eerste deel van mijn antwoord de lading van "het standaard antwoord" afdekt, en ten tweede omdat mijn tweede antwoord gewoon klopt. Even kijken...
Laten wij beginnen met de definitie van "rechte lijn". Een rechte lijn is de kortste verbinding tussen twee punten. Ik weet dat hiervoor uitzonderingen gelden, maar dat nu even terzijde. Deze definitie geldt ook in niet-Euclidische geometrie.
Stel nu dat de zijden van mijn driehoek gemaakt zijn met touw, en dat je de gebogen zijde van mijn driehoek "omhoog tilt". Dat zou je ook krijgen als je een driehoek tekent, een de lange zijde loopt over de top van een bobbeltje in de papier.
Als je de driehoek nu van boven bekijkt, dan zie je drie perfect rechte lijnen, die vanuit deze perspectief (een 2-dimensionaal perspectief) een "normale" driehoek vormen.
In de realiteit, deze extra lange zijde is een rechte lijn in de zin van "de kortste verbinding tussen twee punten", in dit geval de hoeken b en c van mijn driehoek. Bijzonder in dit geval is dat de kortste weg loopt over een bobbeltje, met als resultaat dat de kortste weg, oftewel de rechte lijn, langer is dan in een 2-dimensionaal (Euclidisch) ruimte. Het valt niet mee om even snel driedimensionaal te tekenen, vandaar dat ik koos voor een gebogen zijde om mijn bijzondere driehoek te tekenen, maar ik hoop dat met dit extra uitleg duidelijk is dat een driehoek kan wél bestaan uit 3 rechte lijnen die gebogen zijn, en die een lengte van 2, 5 en 8 cm kunnen hebben.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
By the way: als je de lange gebogen zijde omhoog tilt, blijft de som van de 3 hoeken gelijk, en dat bewijst des te meer dat er niets veranderd is aan de driehoek die ik getekend heb: de zijden hebben nog steeds dezelfde lengte, en de hoeken dezelfde hoek.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Precies, Viridiflavus, bedankt!

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 5000
Gekozen afbeelding