Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe los je de volgende vergelijking algebraïsch op? (zie toelichting)

Hoe los je 1/2log(2x + 5) - 1/2log(x+1) = -3 algebraïsch op.

De 1/2 (0.5) voor de log (logaritmes) hoort er eigenlijk in een macht boven te staan.

Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
in: Wiskunde
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Is dit wiskunde?!

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Antwoorden (2)

Ik vermoed dat je bedoelt dat die 1/2 het grondtal is van de logaritme (superscript voor de log, of subscript na de log; het is geen 'macht').

Om verwarring te vermijden met een factor voor de logaritme zal ik b~log(x) noteren voor de logaritme in grondtal b (bij jou 1/2) van het getal x.

Voor logaritmen in hetzelfde grondtal geldt de volgende regel voor een verschil van logaritmen:

c~log(x) - c~log(y) = c~log(x/y)

In jouw opgave geeft dat in het linkerlid:

1/2~log(2x+5) - 1/2~log(x+1) = -3
1/2~log((2x+5)/(x+1)) = -3

Nu staat er iets van de vorm b-log(a) = c (a moet positief zijn); dit betekent: de exponent van c om a te krijgen is b, dus in exponentiële vorm: b-log(a) = c waaruit a = c^b.

In jouw opgave:

1/2~log((2x+5)/(x+1)) = -3

(2x+5)/(x+1) = (1/2)^(-3)

Aangezien (1/2)^(-3) = 2^3 = 8 moet je dus de volgende vergelijking oplossen:

(2x+5)/(x+1) = 8

Lukt dat? Vermenigvuldig beide leden met x+1 enz.

Toegevoegd na 3 minuten:
Typefoutje; goed uitgevoerd maar slecht verwoord, ik corrigeer:

b~log(a) = c betekent: de exponent van b om a te krijgen is c, dus b^c = a (en niet c^b zoals ik schreef). De uitwerking was wel goed, b is immers 1/2 en dat is het grondtal.

Sorry voor de verwarring ;-).
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Laat lg de 1/2-base-logaritme zijn, zodat in ieder geval geldt y = lg(x) => x = (1/2)^y.
Merk nu op dat -3 = lg(2x+5)-lg(x+1) geeft 8 = 2^3 = (1/2)^-3 = (1/2)^[lg(2x+5)-lg(x+1)] = (1/2)^[lg(2x+5)] * (1/2)^[-lg(x+1)] = (2x+5)/(x+1), zodat
8x+8 = 2x+5 => 6x = -3 => x = -1/2.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Deel jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image