Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe tel je breuken op, deel je ze, vermenigvuldig je ze en trek je ze af?

None

Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
in: Wiskunde
2.1K
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Als ik me goed herinner leer je dat ongeveer in de vijfde klas van de lagere school, dat is....effe rekeken....groep 7 ?
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Ik weet het ook allemaal wel, maar ik vraag het voor de zekerheid. Straks doe ik iets fout omdat ik het per ongeluk verkeerd heb onthouden!

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Het beste antwoord

Ik heb hier ooit een introductie voor beginners voor geschreven, msischien heb je daar wat aan. Het gaat precies over wat je vraagt, namelijk de basisbewerkingen met breuken.

Zie volgende link voor deze 'microcursus: rekenen met breuken':

http://www.wetenschapsforum.nl/index.php?showtopic=42824
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Super bedankt :)

Andere antwoorden (4)

Optellen en aftrekken: Noemers (getallen onder de deelstreep) gelijknamig maken (zo is 7/9+4/5=35/45+32/45=67/45=1 22/45).
Vermenigvuldigen: Teller keer teller en noemer keer noemer.
Delen: Delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde, dus 1/2 : 3/4= 1/2 x 4/3 (let op: de tweede breuk omdraaien) = 4/6 = 2/3.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Je moet breuken eerst gelijk maken. Dat doe je door de noemer (het getal onder het streepje) gelijk te maken. Bij Optellen en aftrekken verandert de teller (het getal boven het streepje) en bij delen en vermenigvuldigen verandert de noemer.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
optellen = 1/5 + 3/5 = 4/5
delen = 3/5 : 5/2 = 3/5 * 2/5 = 6/25
vermenigvuldigen = 2/5 * 3/5 = 6/25
aftrekken = 3/5 - 2/5 = 1/5
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Bij optellen en aftrekken moet je eerst de noemers gelijk maken door deze zo te delen of vermenigvuldigen dat deze gelijk zijn. Dan deel of vermenigvuldig je de teller en de noemer.vervolgens tel je de tellers op
Vb. 1/2+1/4= 2/4+1/4=3/4

Bij vermenigvuldigen vermenigvuldig je de tellers met de tellers en de noemers met de noemers
Vb. 1/2*1/2=1/4

Delen is vermenigvuldigen met het omgekeerde.
Vb. 1/2 / 1/2= 1/2*2/1=2/2=1
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 5000
Gekozen afbeelding