hoe gaat de stelling van pythagoras?

de stelling van Pythagoras is heel makkelijk als je er even mee oefent.
je hebt een rechte hoek. aan de hoek heb je de rechthoekige zijden. vaak heb je een langere en een kortere. als ik de lange zijde nou afkort als lz en korte zijde als kz. de overgebleven zijde is de schuine zijde ( afgekort als sz). als je de sz moet uitrekenen dan doe je :
kz in het kwadraat.
plus
lz in het kwadraat.
daar komt een antwoord uit waarvan je de wortel moet uitrekenen. dan heb je de sz uitgerekend.

je kunt ook met de stelling van Pythagoras bijv. de lz uit rekenen. dan doe je:
sz in het kwadraat.
min
kz in het kwadraat.
van dit antwoord doe je weer de wortel en dan heb je het eind antwoord.


/l
3 / l
/ l
/ l
----
2
in dit geval is het dus
2 in het kwadraat = 4
3 in het kwadraat = 9
___-
5 waar van je dus de wortel moet nemen = 2.23.
het eind antwoord.

ik hoop dat je er wat aan hebt.

Toegevoegd na 57 seconden:
sorry,
die drie hoek is erg mislukt ik ben nog niet zo handig