Stroom, hoe zit dat?

Volgens mij is er hier sprake van 3 kwesties die opgehelderd moeten worden. Ik zal proberen ze uit te leggen.

1. Voor stroom is spanning nodig. Een electrische stroom loopt altijd tussen twee punten waartussen een spanningsverschil bestaat. Bovendien moet er tussen die twee punten een geleider zijn aangesloten. Bijvoorbeeld een lamp of een of ander apparaat. Het spanningsverschil wordt uitgedrukt in Volt. Soms wordt één van de punten met 0 of aarde aangeduid maar dat doet er in feite niet toe. Het gaat om het spanningsverschil.

2. Uit het stopcontact komt wisselstroom. Of beter, er staat wisselspanning op en als je er iets op aansluit gaat er wisselstroom lopen. Dat betekent dat welk gat nu + en welk gat - is, heel snel verandert. Om precies te zijn 50x per seconde (in NL). Je kunt dus niet zeggen dat één gat de + is en de ander de -.

3. Uit een batterij of accu komt gelijkstroom. Daar is dus wel sprake van een + en een -. Toen de batterij werd uitgevonden, ontdekte men dat het belangrijk is om iets niet verkeerd om aan te sluiten. Men heeft toen vrij willekeurig de twee kanten + en - genoemd en men sprak over een stroom die van + naar - liep. Later ontdekte men dat de stroom eigenlijk vervoerd wordt door elektronen en dat die negatief geladen zijn. Die bewegen van de - naar de + pool. Dus de stroom gaat van + naar - maar de elektronen gaan van - naar +.

Al met al heeft de aanduiding - eigenlijk niets te maken met dat iets op is of dat er tekort van iets zou zijn. De - en de + zijn beide nodig om een stroom te laten lopen. Een betterij kan wel opraken. Als het spanningsverschil tussen de - en de + te laag wordt dan zal er te weinig stroom lopen en wordt het tijd voor een nieuwe batterij.