Wat heeft degeneratie te maken met overbevolking?

Met degeneratie wordt achteruitgang bedoelt, waarbij bepaalde eigenschappen verloren gaan. Voorbeelden hiervan zijn:

Reptielen:
De zeer kleine pootjes van skinken, hagedissen die door zand kunnen 'zwemmen' en daardoor kleinere pootjes nodig hebben. De meeste slangen hebben hun poten totaal verloren, hoewel de plekken waar ooit de poten gezeten hebben nog steeds te herkennen zijn. Bij pythons en boa's zijn er nog rudimentaire achterpoten aanwezig.

Vogels:
Struisvogels hebben zich ontwikkeld tot zware loopvogels: hun poten zijn sterk ontwikkeld, waardoor ze meer dan 60 km per uur kunnen rennen, maar vliegen is onmogelijk en hun vleugels zijn sterk gedegenereerd. Een andere theorie over de vreemde vorm van struisvogels is overigens dat ze neoteen zijn.

Mensen:
Een rudimentair orgaan van de mens is het wormvormig aanhangsel, het kleine, wormvormige einde van de blindedarm. Dit diende ooit als 'verteeroven' voor cellulose, maar doordat de mens niet langer grassen en bladeren eet, zoals zijn voorgangers deden, werd het aanhangsel geleidelijk aan steeds kleiner. Of we hier werkelijk van rudimentair kunnen spreken wordt betwist. De blindedarm draagt bij aan een goede stofwisseling en afweer.

Door degeneratie kan een soort beter aangepast worden op zijn omstandigheden en hierdoor kan de soort beter overleven. Dat kán leiden tot overbevolking, en dan is dat wat het met elkaar te maken heeft.

Niets.
Ik ga dat niet bewijzen, omdat jij jouw stelling maar eens moet zien te bewijzen. In kort heeft degeneratie te maken met een paar ouders en overbevolking te maken met een land en zijn bewoners.