Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe wordt een wiskundeknobbel en talenknobbel bepaald?

Wie of wat bepaald dat je een wiskundeknobbel hebt of een talenknobbel? En waarom kunnen mensen met een talenknobbel meestal niet goed wiskunde en andersom?

Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
Wie of wat bepaald dat je een wiskundeknobbel hebt of een talenknobbel.
------------------------------------------
Nou kijk naar je punten in je Getuigschrift zou ik zeggen .
________________________________________________________
En waarom kunnen mensen met een talenknobbel meestal niet goed wiskunde en andersom?
-------------------------------------
Waarom kan een schaatser niet Tennissen en andersom .
You Jane , I,m Tarzan , waarom kan dit niet andersom

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Het beste antwoord

Uit eerder onderzoek is bekend dat de hersenen van wiskundige begaafde kinderen verschillen van die van anderen. Anders dan bij gewone leerlingen blijkt de rechterhersenhelft van wiskundig begaafde leerlingen uitzonderlijk actief bij de verwerking van informatie, zelfs van talige informatie. Verder zijn hersenen van wiskundig begaafde leerlingen in staat hun activiteiten razendsnel te wisselen van links naar rechts en omgekeerd.
(Lees meer...)
10 jaar geleden

Andere antwoorden (2)

Er is geen sprake van een knobbel maar vaneen erfelijke aanleg die onder invloed van factoren als goed onderwijs, belangstelling en doordoorzettingsvermogen tot groei kan komen. Je weet van jezelf wel of die aanleg er is. Als die geheel afwezig is, wordt het niets, ondanks goed onderwijs en een motiverende omgeving. Als de aanleg er niet is, is de interesse meestal ook wat minder.
Het begint dus met de genen.
(Lees meer...)
10 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
Uit onderzoek blijkt dat iedereen goed is in wiskunde maar je moet wel veel oefenen en heel wat motivatie.
Computoon
10 jaar geleden
Waarschijnlijk hebben mensen met een voorliefde voor wiskunde maar met een gebrek aan psychologisch inzicht dit onderzoek gedaan. Natuurlijk is het zo, dat de vaardigheid in iets vergroot wordt door veel te oefenen. Maar als het verwerven van een vaardigheid buitengewoon veel moeite kost, daalt de motivatie om veel te oefenen aanzienlijk evenals de motivatie om het ingeoefende te gebruiken. Je ziet het niet alleen op het gebied van de wiskunde. Neem nu de werkwoordspelling van onze taal. Die is al jarenlang hetzelfde en al jarenlang basisschoolleerstof. Bij nogal wat mensen ontbreekt het taalkundig inzicht. Gevolg is dat ze allerlei oefeningen met opgaven van hetzelfde soort wel goed zullen maken (niet met een grote motivatie overigens) maar desondanks in zelfgeschreven teksten fouten blijven maken van het type 'de klant betaald niet'. Ik wil maar zeggen: als het inzicht niet in aanleg aanwezig is, kun je oefenen tot je een ons weegt maar uiteindelijk wordt het niets.
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
Sorry, maar ik vind het antwoord net ietsjes te ongenuanceerd. Je gaat te snel voorbij aan omgevingsfactoren. Als er geen aanleg is wil dat niet zeggen dat onderwijs niet kan helpen. Dat is echt een te ongenuanceerde stelling. Je ziet soms mensen met een goede taalknobbel, die slecht zijn in wiskunde, alsnog in staat zijn een bepaald wiskunde niveau te halen (VWO A2/B1) terwijl anderen dat niet zullen halen. Omgevingsfactoren bij jonge kinderen zijn bepalender (!) dan genen, genen hebben een effect van 0.2 bij hele jonge kinderen. Bij adolescenten hebben genen een effect van 0.45. Vrij weinig dus, minder dan helft van de intelligentie wordt dus bepaald (in die levensperiode) door de genen. Er kan dus een hoop bereikt worden. Daarnaast worden veel mensen gemotiveerd als ze beter presteren, dus hoe eerder je hun prestaties hoe sterker het effect daarvan m.i. zal zijn. Als iemand niet goed onderwezen wordt en het niet snapt (weinig aanleg), zal die eerder afhaken, wat ook het effect versterkt. Uiteraard is alles gebonden aan marges en is intelligentie niet hetzelfde als aanleg. Maar een groot deel van de vaardigheden kan dus flink verbeterd worden bij optimale omstandigheden. Dat mensen door desinteresse taalfouten of rekenfouten zouden maken vind ik niet helemaal opgaan. Want je kan het er echt goed instampen dat iemand dergelijke fouten niet meer maakt, als je mensen in het onderwijs daar goed op traint (de helft van de pabo juffen maakt d/t fouten en leert het de leerlingen dus niet goed aan). Dat interesse en aanleg helpt is duidelijk, maar onder optimale omstandigheden kan hetniveau zeker opkrikken. Ook dien je er rekening mee te houden dat iemand met weinig aanleg en slecht onderwijs, daar sneller gedemotiveerd van zal raken en dus eerder zal afhaken. Zeker als je in de jeugd de omstandigheden optimaliseert kan je veel vooruitgang boeken (en wellicht interesse opwekken). Voor alle getallen, referenties en etc.: http://en.wikipedia.org/wiki/Heritability_of_IQ
Hoeveel procent van de mensen heeft een wiskundeknobbel en hoeveel procent heeft een talenknobbel? Zeg respectievelijk 10 en 25 procent. Dan zal 2,5 procent beide knobbels hebben. Beide zijn dus min of meer zeldzaam, maar niet van elkaar afhankelijk.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
Dit is dus vooral een antwoord op het tweede deel van je vraag.
Deel jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image