Als je denkt dat je weet hoe iemand is, maar achteraf niet zo is, is waar basseerde je je eerste ingeving dan op?
Beetje erg ingewikkeld maar ik zal het proberen uit te leggen..
Je denkt de laatste tijd dat een vriend van je gierig is. Echter is dit je nooit eerder opgevallen maar de laatste tijd valt het je wel op. Achteraf gezien was het helemaal niet zo maar zat hij gewoon een beetje krap.
Hoe kan het dat wij dan gaan geloven dat hij/zij zo is, terwijl het niet zo is en hoe komt het dat we er dan echt in geloven dat het zo is?
Best raar , want achteraf zeg je.. " jaa.. dat is waar ook, stom dat ik dat dacht" .
Toch is je kijk nu ineens verandert terwijl je daarvoor heilig in iets anders geloofde. Waarom kunnen we dat heel snel uit ons hoofd schetsen, maar op het moment dat het gebeurd niet? Wat doet ons brein op dat moment met ons op het moment dat we ineens allemaal dingen gaan zien die er niet zijn?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.