Vanwaar komt de geur van een kaars vandaan?

De geur van de kaars komt van het vet waar hij van gemaakt is. Door verhitting komt de stof vrij die de geur veroorzaakt. Er worden aan kaarsen heel wat geuren toegevoegd die zoals men doet geleven een weldaad voor je rust kan zijn

Als je een kaars aansteekt kun je zien dat de stearine of de was in de buurt van de pit gaat smelten. Dat komt door de warmte van de vlam. Het gesmolten kaarsvet (zoals in de volksmond stearine, paraffine of was worden genoemd) verzamelt zich onder de vlam in de vorm van een schoteltje. Het vloeibare vet loopt niet langs de kaars naar beneden; de rand van de kaars fungeert als een cirkelvormig dijkje. Dat dijkje wordt gevormd doordat de aangezogen lucht, die nodig is voor het branden van de kaars, koel is en zo de rand van de kaars fris en dus hard houdt.
Een voorzichtig uitgeblazen kaars kan binnen enkele seconden op afstand aangestoken worden, omdat zich daar kaarsvetdamp bevindt. Al het verdampte kaarsvet condenseert weer na het uitblazen van de kaars. Dat kan je zien aan de witte walm die omhoog kringelt. Deze condensatie veroorzaakt de typische doordringende geur, die door velen als onaangenaam wordt beschouwd.