Hoe wordt de uitgang van een zout bepaald? (-ide, -aat, -iet)
Ik heb de regel geleerd:
- Enkelvoudige zout = -ide
- Samengesteld zout = -aat of -iet
Nu heb ik echter nog de onduidelijkheid over hoe ik het onderscheid tussen het gebruiken van -aat of -iets moet maken. Hoe weet ik welke van de 2 ik moet gebruiken?
En ik kwam stoffen als: hydroxide en kwikjodide tegen. Hoe komt het dat deze stoffen samengesteld zijn en toch als uitang -ide krijgen?
Erg bedankt.
Toegevoegd na 1 minuut:
Edit: Misschien is het antwoord op vraag 2: omdat de losse ionen 'oxide' en 'jodide' wel enkelvoudig zijn?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.