Hoe kan het dat astronauten die in de ruimte zitten, niet achterblijven?

Dat komt door de wet van de traagheid. Die luidt: "Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met constante snelheid voort." Een astronaut buiten het ruimteschip zal, net als het ruimteschip zelf, in een baan bewegen die nagenoeg rechtlijnig is. Nagenoeg, omdat er wel een kracht op beide werkt, namelijk de zwaartekracht van de zon en/of de aarde. De zwaartekrachtsversnelling is voor beide even groot. Daardoor blijven ze beide in dezelfde baan t.o.v. de zon of de aarde.
Als er nu sprake zou zijn van een dichte gas- of stofwolk in de melkweg, waar ons zonnestelsel doorheen trekt, dan zou een kleiner lichaam daar meer invloed van ondervinden. Dus de astronaut zou achterblijven bij het ruimteschip en het ruimteschip zou achterblijven bij de aarde of de zon. De dichtheid van gas en stof in de melkweg ter plaatse van het zonnestelsel is echter verwaarloosbaar. Zelfs de dichte waterstofwolken in de melkweg die we waarnemen en waaruit nieuwe sterren ontstaan, zijn voor aardse begrippen een zeer ijl gas waar doorheentrekkende lichamen nauwelijks enige wrijving van zullen ondervinden.