Moet bij het berekenen van de hoeveelheid water die toegevoegd moet worden tot een nieuw pH te komen rekening worden gehouden met de pH van water?
De opdracht is om te berekenen hoeveel mL water er toe moet worden gevoegd aan 5 mL zoutzuur (pH=1,0) om een oplossing te krijgen met een pH van 2,8. In het antwoordenboek staat de uitwerking als volgt:
"[H3O+]= 10^-2,8 = 1,6*10^-3 mol per L
Je had 5,0 mL zoutzuur met pH = 1,0, dat bevat (5*10^-3)*0,10 = 5,0*10^-4 mol H3O+
Het nieuwe volume stel je op V liter.
(5,0*10^-4)/V = 1,6*10^-3 dus V=(5,0*10^-4)/(1,6*10^-3)=0,3125 L = 313 mL
Er moet dus 313-5 = 308 = 3,0 * 10^2 mL worden toegevoegd. "
De opdracht wordt hier uitgevoerd alsof er geen H3O+ ionen in water zitten en het mogelijk is om de concentratie H3O+ te veranderen door simpelweg 'volume' toe te voegen. Is deze uitwerking onjuist of heb ik de theorie verkeerd begrepen?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.