Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland
Geef jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord

Het beste antwoord

Een vloeistof wordt aangetrokken door de aarde. Dit noem je het gewicht van de vloeistof. De vloeistofdelen zullen daarom zoveel mogelijk onderin een vat (een kopje, een badkuip of een oceaanbekken) gaan zitten. Als de vloeistof wordt weggedrukt door een voorwerp, zal de omhooggedrukte vloeistof proberen terug te keren op de oorspronkelijk plaats door onder het voorwerp te komen en het omhoog te drukken. De kracht waarmee de vloeistof het voorwerp omhoogdrukt is even groot als het gewicht van de weggedrukte vloeistof. Dus een voorwerp van een liter wordt in water met 1 kilo omhooggedrukt. Daartegenover staat het gewicht van het voorwerp dat naar beneden drukt. Een liter water drijft dus in het water, omdat beide krachten gelijk zijn.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden

Andere antwoorden (1)

Opwaartse kracht is wat een vast voorwerp kan doen drijven op een vloeistof. Stel je een bak water voor, en drie even grote blokjes: ijzer, hout en piepschuim.
Het eerste blokje zinkt. Het tweede zakt enigszins in het water, maar blijft drijven. Het derde drijft vrijwel op het water. Vervolgens duw je het houten blokje en het piepschuim onder water. Dat gaat met het houten blokje makkelijker dan met het piepschuim.
Geheel onder water ondervinden ze alledrie dezelfde opwaartse kracht; die hangt alleen af van de grootte ( het volume) van het blokje. Maar op ieder blokje werkt ook de zwaartekracht, ofwel het gewicht van het blokje.
Het gewicht van het ijzeren blokje is groter dan de opwaartse kracht, en daarom zinkt het.
Het houten blokje is lichter; de opwaartse kracht "wint" en het blokje blijft drijven.
Het piepschuim blokje is nog lichter, en drijft nog hoger.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Deel jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord
logo van Kompas Publishing

GoeieVraag.nl is onderdeel van Kompas Publishing