waarom voelt iets lichter om te tillen wanneer je het dichter bij het lichaam houdt terwijl een spier evenveel kracht moet leveren?
Het gaat om een natuurkunde opdracht die ik wilde uitleggen. Maar ik loop tegen een gedachtenkronkel aan.
De opdracht is dat je arm een hoek van 90 graden maakt. de biceps zit op 2 cm van het draaipunt af (elleboog). Het massamiddelpunt van het gewicht op de handen zit op 30 cm afstand.
De theorie achter kracht x arm (situatie 1) = kracht x arm (2e situatie) snap ik. Als je je arm in een hoek houdt, dat blijft de geleverde spierkracht hetzelfde. Kom ik ook uit.
Maar waar ik even niet uitkom, is waarom het lichter is voor je spieren om het dichter bij je lichaam te houden.
Ik hoop dat ik het hiermee goed uitleg. Het antwoord van deze vraag is hier weergegeven, pag 57, opdracht 48
http://portal.ovo-zaanstad.nl/sites/brc/schoolvakken/natuurkunde/Gedeelde%20documenten/NA_4_havo_uitwerkingenboek.pdf