Waarom is de Kopenhaagse interpretatie van de kwantummechanica zo algemeen geaccepteerd, terwijl deze zo makkelijk weerlegd is met 'Schrödingers kat'?
Het gedachte-experiment waarin de abstracte 'microtoestand' van een atoomkern wordt omgezet in de concrete 'macrotoestand' van een kat, verbant naar mijn mening de Kopenhaagse interpretatie uit de werkelijkheid. Een kat kan namelijk op geen enkel moment levend én dood zijn.
Wanneer je niet begrijpt waar ik het over heb, doe dan geen moeite om te antwoorden =)
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.