Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe kan een naderende lichtbron zorgen voor een kleurverandering?

Het dopplereffect behandelt de kleur (en geluids) veranderingen bij beweging. Het dopplereffect is de waargenomen verandering van frequentie van geluid, licht of andere golfverschijnselen, door een snelheidsverschil tussen de zender en de ontvanger.

Nu kan ik me bij geluid nog wel voorstellen dat de geluidsgolven (of luchtdrukverschillen) korter op elkaar komen te zitten als de geluidsbron met een bepaalde snelheid op mij afkomt zodat het geluid steeds hoger wordt.
Maar de lichtsnelheid is vrij hoog en eigenlijk ook niet te verhogen. Nu worden kleuren bepaalt door hun golflengte. Maar hoe kan een bewegende bron nu de golflengte inkorten terwijl de lichtsnelheid veel sneller gaat dan de bron. Bovendien is de lichtsnelheid voor alle waarnemers hetzelfde dus het licht dat de bron verlaat heeft dezelfde snelheid tov die lichtbron zelf als in stilstaande positie.

erotisi
8 jaar geleden

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Antwoorden (2)

Dat kan als een naderende lichtbron heel hard gaat.
(Lees meer...)
tinus1969
8 jaar geleden
erotisi
8 jaar geleden
Ik weet dat dat kan, dat is niet de vraag. De snelheid van de bron maakt zelfs niet uit, dat is met elke snelheid. Alleen zal het pas bij tegen c waarneembaar zijn.
tinus1969
8 jaar geleden
Ja, dus?
erotisi
8 jaar geleden
Hoe kan dat?
tinus1969
8 jaar geleden
Hoe kan wat?
Ozewiezewozewiezewallakristallix
8 jaar geleden
Of je hard of zacht gaat maakt niet uit. Het principe van het dopplereffect blijft hetzelfde. Het is alleen wat duidelijker waarneembaar met die hoge snelheid.
De lichtsnelheid (in een vacuum) mag dan wel hetzelfde zijn voor elke waarnemer, maar de golflengte niet. Dat is hetzelfde als bij geluid. Stel je neemt een loeiende sirene op een politiewagen. Het hoorbare dopplereffect ontstaat niet doordat de politiewagen beweegt, ook niet doordat jij beweegt, maar omdat jullie *ten opzichte van elkaar* bewegen.

Stel:
- de politiewagen rijdt 100 km/h en jij staat stil
- de politiewagen staat stil en jij rijdt er met honderd langs
- jullie rijden langs elkaar heen, politie met 40 en jij met 60 de andere kant op
- jij rijdt 50 en de politiewagen haalt je in met 150

... in al die gevallen zal het dopplereffect hetzelfde zijn omdat jullie relatieve snelheidsverschil 100 km is. Maar het geluid vertrekt in alle gevallen van de politieauto met de snelheid van het geluid, dus de agenten horen geen dopplereffect omdat zij steeds ten ruste zijn ten opzichte van de sirene. Het is de waarnemer die, relatief aan de verzender, met verschillende snelheid en/of richting door de golven beweegt.

Stel je een zee voor die golft met zes golven per minuut op het strand. Sta jij stil in het water dan voel je dus zes golven per minuut langs je been. Maar loop jij nou de zee IN, tegen de golven in dus, dan voel je MEER dan zes golven per minuut. Loop jij echter de zee UIT, met de golven mee, dan voel je MINDER dan zes golven per minuut. Dat is het dopplereffect, en dat effect uit zich in het geval van geluidsgolven in een hogere of lagere toonhoogte die je trommelvlies waarneemt, en in het geval van licht in een verandering van kleur.

Uiteraard moet je in het geval van licht wel héél snel ten opzichte van de verzender bewegen om het verschil te merken in kleur. Waar kunnen we dat vanaf aarde goed waarnemen? Welnu, door te kijken naar sterrenstelsels op miljarden jaren afstand (bijvoorbeeld met de Hubble Space Telescope) - we bewegen ons daarvandaan met significante fracties van de lichtsnelheid, en daarom daalt de golflengte (het aantal keer per seconde dat het golfje op en neer golft) waarmee wij hun licht ontvangen; dat doet niets af aan het feit dat wij dat licht nog steeds met snelheid c zien reizen. Hoe lager de golflengte van licht, hoe roder wij het licht waarnemen. Als we dus meten in hoeverre het licht van dat sterrenstelsel roder is dan we verwachten weten we hoe snel wij en dat sterrenstelsel bij elkaar vandaan reizen.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Ozewiezewozewiezewallakristallix
8 jaar geleden
De roodverschuiving van verre sterren, of sterrenstelsels komt niet alleen door hun relatieve snelheid, maar vooral ook omdat de ruimte, en daarmee ook de golflengte van het licht zélf uitrekt. Een langere golflengte wordt door het oog als roder licht gezien. Vandaar de term roodverschuiving.
erotisi
8 jaar geleden
Een overweging: Als je dan in het water loopt zeg je dat je minder golven telt als je met de golven meeloopt. Dat klopt maar is de golflengte zelf ook anders? Ik denk dat ik overigens in verwarring kom door de geluidsgolven. Want als een geluidsbron op mij afkomt worden er echt luchtmoleculen in elkaar gedrukt door het geluid in de vorm van golven en door de beweging van de auto bijv. volgen die golven elkaar sneller op waardoor een hoger geluid ontstaat. De snelheid van de geluidsgolf zelf verandert niet de waarnemer zal het geluid niet sneller horen aankomen al zal het geluid wel steeds sneller bij hem komen omdat de geluidsbron steeds dichter bij komt en minder afstand hoeft af te leggen; maar dat zal misschien alleen effect hebben op de amplitude van het geluid? Maar bij licht is er geen medium wat in elkaar kan worden gedrukt. Daarom is je vergelijking wat betreft de watergolven beter. Want ook daar worden er geen golven in elkaar gedrukt. In beide gevallen blijven de golven even lang alleen is de snelheid die je meet van die watergolven, als je meeloopt, vanuit jou gezien wel lager en als je ze tegemoet loopt hoger. Als je even snel als de watergolf zou lopen zou die golf zelfs stilstaan. Dat is echter niet het geval met lichtgolven die zouden nog steeds even snel gaan. De snelheid van lichtgolf blijft hetzelfde ook voor een waarnemer die de lichtgolf tegemoet treedt en igv een naderende lichtbron. Wat wel verandert is de golflengte die de waarnemer meet als de lichtbron nadert, die wordt korter. Maar itt de de naderende auto worden er geen golven in elkaar gedrukt want er is niets om in te drukken itt lucht (medium van geluid). Dus er lijkt (is) helemaal geen verandering van golflengte te zijn, dat is slechts relatief. En hoe 'verandert' hij dan toch? Door lengtecontractie van de lichtgolf......?? Als ik dan het strand op til en zijn golven naar mij toe laat bewegen, zou er dan ook lengtecontractie zijn......??
Deel jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image