Waardoor is de soortelijke warmte van ijs tweemaal zo klein als van water?
De soortelijke warmte van ijs is iets van 2000 J die van vloeibaar water is 4000J. Het kost dus tweemaal zoveel energie om water 1 graad te verhogen dan ijs.
Nu heeft ijs naaste de waterstofbruggen ook nog een kristalrooster. Mijn eerste gedachte was dat juist door het bestaan van dat rooster de soortelijke warmte juist hoger zou zijn. Blijkbaar dus niet. Is het dan zo dat het rooster ervoor zorgt dat er juist minder waterstofbruggen zijn zodat de soortelijke warmte minder is?
En geldt dat dan eigenlijk voor alle bevroren/vaste stoffen dat daarvan de soortelijke warmte lager is? Of is water ook wat dat betreft een uitzondering?