Hoe kun je de orbitalen van kerndeeltjes het beste begrijpen?
Niet alleen elektronen blijken orbitalen te hebben maar ook de kerndeeltjes (protonen en neutronen) van atomen.
In de klassieke mechanica, zoals het atoommodel van Bohr, bevinden de elektronen zich in een serie bolvormige schillen rondom de atoomkern. De kwantummechanica beschrijft de positie van een elektron echter met een golffunctie, die zelf ook als orbitaal wordt aangeduid.
De golffunctie die het ruimtelijke golfpatroon van het elektron beschrijft, en die zelf ook wel als "orbitaal" wordt aangeduid, wordt dan gezien als bepalend voor de kansverdeling van de positie van het elektron rond de atoomkern.
Nu vormden mi de kerndeeltjes in de klassieke mechanica geen bolvormige schillen, maar toch krijgen ze orbitalen toegekend. In hoeverre zijn die orbitalen te vergelijken met die van elektronen.
En is het dan zo dat hun positie een mindere kansverdeling heeft als je veronderstelt dat ze een minder/geen klassieke schil vormen?
Er bestaat een leuk artikel over de orbitalen van kerndeeltje in het engels. Maar dat vind ik wat moeilijk te begrijpen. Dus kan iemand die orbitalen wat eenvoudiger uiteenzetten?
https://en.wikipedia.org/wiki/Nuclear_shell_model
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.