Waardoor krijgen lichtkegels in de ruimtetijd hun orientatie, en waardoor vind er geen lengtecontractie plaats?

Die lichtkegels zijn geen kegels in de ruimte. Het zijn kegels in de ruimtetijd.

Een lichtkegel is het pad dat één enkele lichtflits aflegt wanneer die lichtflits in alle richtingen reist. Bijvoorbeeld een lichtflits die ergens middenin de lege ruimte optreedt op één enkel plekje gedurende één enkel moment, en die dan vanuit alle richtingen zichtbaar is omdat hij zich in alle richtingen uitbreidt.

In onze driedimensionale ruimte vormt die lichtflits een bol rond de plek waar de flits optrad.

In de vierdimensionale ruimtetijd vormt die lichtflits een lichtkegel.

Er is dus geen oriëntatie. Er beweegt niets, dus is er geen sprake van lengtecontractie.