Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe maak je een juiste stoffenreactievergelijking bij ionisatiereacties?

Ik ken zelf niet veel van chemie maar mijn broer heeft een probleem. Kan iemand mij uitleg geven hierover? Zijn vraag gaat voornamelijk over waar je extra een 2 of een 3 moet zetten om de vergelijkingen te laten kloppen.
Dus moet je bijvoorbeeld 2S- schrijven of moet je S2- zetten? Hij ziet niet waarom je de ene keer de 2 voor de S schrijft en de andere keer de 2 bij de lading zet.

Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Het beste antwoord

Als je het cijfer ervoor zet betekent dat dat er 2 aparte deeltjes zijn elk met die lading, bijvoorbeeld:

2 Na+

Natrium is dus eenwaardig en je hebt er bijvoorbeeld 2 van nodig om met tweewaardig sulfaat te binden:

2 Na+ + SO4-- --> Na2SO4

SO4-- is een andere vorm om SO4 2- te beschrijven, maar vanwege het ontbreken van superscripten in dit soort berichten lijkt mij het minder verwarrend de eerste vorm te gebruiken.

Als het cijfer bij de lading staat dan betekent dat dat dat de waarde van de lading is. Bijvoorbeeld:

Mg2+ of Mg++

Magnesium is dus tweewaardig:

Mg++ + SO4-- --> MgSO4

Verder is het niet moeilijk vergelijkingen te laten kloppen. Zowel in het linkerlid als in het rechterlid moeten er evenveel van elk atoom zijn terug te vinden en ook de som van de ladingen moet gelijk zijn.

Wil je weten welke lading een atoom zou kunnen krijgen bij ionisatie dan zal je moeten nagaan hoeveel elektronen het atoom moet opnemen of afstaan om de edelgasconfiguratie te bereiken.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
Hier is nog een oefening die hij nog steeds niet begrijpt: De neerslagvorming tussen K2 SO3 (de 2 en de 3 zijn telkens kleine cijfertjes, subscript in Word) en HNO3 (de 3 is ook subscript) Hier zou als deel van oplossing bijstaan: 2K+ + SO3 2-
Hoe kom je daaraan en waarom staat bij SO3 2- de 2 bovenaan en niet voor de moleculegroep?
Thecis
10 jaar geleden
De lading staat altijd bovenaan. Dus bij SO3 2-- staat de 2-- in superscript. Hierin is het getal wat in subscript staat, dus de 3 wederom het aantal. Hierboven gaf Daki aan dat het getal ervoor het aantal weergeeft. En dat klopt ook. Het getal geeft het aantal atomen / moleculen / groepen aan. Het getal in subscript geeft het aantal atomen binnen de groep aan. Dus bij SO3 zijn er 1 zwavelatoom (S) en 3 zuurstof atomen (O). De configuratie SO3 is zodanig dat de lading 2-- is.dus het geheel is SO3 2--
Andere voorbeelden:
NO3 -- (1 stikstof, 3 zuurstof, totale lading -1)
CO3 2-- (1 koolstof, 3 zuurstof, totale lading -2)
NO2 (1 stikstof, 2 zuurstof, totale lading 0, dus niet aangegeven) Kan je hier wat mee?
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
ik kan volgen waarvoor de verschillende cijfers staan maar hoe los je dan zo'n oefening op? dus als je opgave is: de neerslagvorming tussen K2 SO3 en HNO3
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
SO3-- bestaat uit een zwavelatoom en 3 zuurstofatomen. Samen vormen zij een anionische verbinding met 2 negatieve ladingen. Vandaar 2-. Kalium is eenwaardig, het mankeert 1 elektron. Dus daarom: K+ Om van deze 2 elementen een neutraal zout te krijgen zal je dus evenveel positieve als negatieve ladingen nodig hebben. Dus 2 kaliumionen met een positieve lading en 1 sulfiet-ion met een tweewaardige negatieve lading. Vandaar: 2 K+ + SO3-- --> K2SO3 Of in woorden: 2 kaliumionen met een positieve lading +1 reageren met 1 sulfietion bestaande uit 1 zwavelatoom en 3 zuurstofatomen samen met een negatieve lading -2 tot kaliumsulfiet bestaande uit 2 kaliumatomen (of eigenlijk kaliumionen want het blijft een ionbinding) en 1 sulfietion (1 zwavelatoom + 3 zuurstofatomen). Omdat beide nu 1 molecule vormen waarvan de totale lading gelijk is aan 0 worden geen ladingen meer geschreven.
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
Neerslagvorming bij de door jou genoemde verbindingen zal trouwens alleen voorkomen bij sterke indikking want op zich zijn beide verbindingen goed oplosbaar. kaliumsulfiet en salpeterzuur zijn samen al neutrale moleculen. Ze zullen dus geen neerslag vormen met elkaar. Wel de ionen zoals in je vorige voorbeeld.
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
en het feit dat SO3 negatief geladen is, dus -2 is, is dat iets wat je uit de oefening afleidt of moet je dat vanbuiten leren? Want mijn broer zou zijn tabel hiervan niet mogen gebruiken op het examen.
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
Als je de structuurformule kent of kan afleiden weet je dat het sulfietion bestaat uit 1 zwavelatoom en 3 zuurstofatomen waarvan 1 zuurstofatoom met een dubbele covalente binding met het zwavelatoom verbonden is en de 2 andere zuurstofatomen met een enkele covalente binding. Het zuurstofatoom met die dubbele binding deelt dus 2 elektronen en heeft de edelgasconfiguratie reeds bereikt. Die 2 andere zuurstofatomen delen slechts 1 elektron en zouden dus zelf een elektron tekort hebben als ze die 'extra' lading in de vorm van een elektron niet zouden hebben. In feite is sulfiet de geconjugeerde base van waterstofsulfiet welke op zijn beurt de geconjugeerde base van zwaveligzuur is. Door dit zuur te laten reageren met een base verliest het een proton (H+-ion) en het zuurstofatoom waarmee dit waterstofatoom gebonden was houdt het elektron over. Zo zijn bijna alle polyatomische ionen een geconjugeerde base of zuur. Als je je basen en zuren dus kent kan je ook de ionen en hun lading afleiden. Oftewel: er leiden meerdere wegen naar Rome.
Deel jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image