Wat betekend equivalent in de scheikunde?

Die massa (in grammen) van een stof welke reageert met 6,022 14 x 1023 (of 1 mol) elektronen.

Equivalent betekent in de chemie zoveel als gelijkwaardigheid.
Meestal bedoelt met het punt in de reactie waar de ene stof ongezet is in de andere zonder overmaat van de beide (of meer) reagentia, waar neutralisatie optreedt. zowel in een redoxvergelijking al in een zuur-base reactie of een reactie waar gas , neerslag of water ontstaat , wat we een aflopende reactie noemen.
DAT noemt met het equivalentiepunt. De feitelijke reactie stopt dan bij gebrek aan "spelers".
Daar waar een evenwicht ontstaat, is het equivalentiepunt ook afhankelijk van temperatuur, concentratie, pH en/of andere factoren zoals de aanwezigheid van katalysatoren.

Met(1) Mol bedoelt men het aantal grammen van een stof uitgedrukt in de moleculemassa tov 1 waterstofatoom) welke 6.02 X 10^23 moleculen bevat, hoeft het niets te maken te hebben, zo ook niet met de valentie, het aantal electronen OF protonen welke zich per molecule stof kan worden afgegeven of opgenomen.

De term equivalent in dus die situatie waar de reactie stoichiometrisch verloopt.
Dat is dus de mooiste verhouding van stoffen die zich verbinden tot eindproduct(en) en er geen resten van de oorspronkelijke stoffen die aan de reactie mee dienen te doen, overblijven.

Toegevoegd na 10 minuten:
In jouw geval zouden 2 moleculen ethylbromide reageren met 5 moleculen van een andere stof (als die een valentie van 1 hebben), of 4 C2H5Br (er van uitgaand dat je monobroom- ethaan bedoelt ) met 10 andere eenwaardige moleculen of 5 tweewaardige moleculen enz.

Toegevoegd na 28 minuten:
In het gevalo van Na Cl heb je te maken met eenwaardige elementen , zowel natriumatomen als chlooratomen zijn eenwaardig. Omdat chloorgas zich altijd koppelt aan een soortgenoot krijg je Cl2 als gas, vrije chlooratomen bestaan eigenlijk alleen in theorie, in de praktijk zijn het vrije radicalen die DIRECT alles uitvreten om zich te binden , net als vrije electronen, ook zij zoeken instantaaneen situatie op waarin ze een stabielere staat hebben, zelfs in lucht vormen ze acuut ozon uit zuurstof of dwingen stikstof met zuurstof samen te gaan tot stikstofoxiden, waarbij stikstof slechts driewaardig kan zijn en zuurstof tweewaardig.

Na Cl dissocieert in water overigens vrijwel 100%, de concentratie 0.9%NaCl in demiwater, waar je het over hebt, is de concentratie van NaCl in fysiologische zoutoplossing, welke isotoon is aan bloedplasma, welke in de geneeskunde en biologie vaak gebruikt worden.
Je kunt via een te geven reactie een nauwkeuriger antwoord krijgen.

Als je het hebt over dissocieren moet je er wel even bijvermelden in welk solvent je daarmee bedoelt. Maar dat terzijde.

Om goed te begrijpen wat een equivalent is kunnen we beter gebruik maken van een voorbeeld:

Stel A2B reageert met C volgens volgende reactie:

A2B + 2C --> B + 2 AC

Stel nu dat je wil bepalen hoeveel AC je als product kan krijgen bij een gegeven aantal mol A2B. Als je de reactievergelijking beschouwt weet je dat je die hoeveelheid zal moeten verdubbelen. Want 1 mol A2B reageert tot 2 mol AC.

Maar soms weet je niet altijd de concentraties van beide producten en moet je er ook nog volumes gaan bij betrekken. Je kan dan altijd gaan nakijken in de reactievergelijking waar je die factor 2 moet gaan gebruiken.

Of een alternatieve oplossing: je rekent niet meer in mol of molair/molariteit maar in equivalenten of normaal/normaliteit.

Omrekenen tussen beiden gaat door te vermenigvuldigen met het equivalentgetal.

In de vergelijking hierboven heeft A2B een equivalentgetal van 2 want 'de 2 A's reageren'. AC heeft dan weer een equivalentgetal van 1.

Uit de reactievergelijking hebben we reeds afgeleid dat 1 mol A2B reageert tot 2 mol AC.

En dankzij het equivalentgetal weten we dat 1 mol A2B gelijk is aan 2 equivalenten A2B en we uit de reactie dus ook 2 equivalenten AC krijgen. Delen door het equivalentgetal 1 en we houden het op 2 mol AC.

Als je het over ethylbromide hebt en '2,5' dan wordt waarschijnlijk bedoelt dat de verhouding tussen het equivalentgetal van ethylbromide en het equivalentgetal van het gewenste reactieproduct in de reactie waar het om gaat gelijk is aan 2,5.