Waarom hebben gassen altijd een kleinere dichtheid dan vloeistoffen?

Bij kamertemperatuur werkt het aggreatiestoestanden stelsel wel goed, in extreme gevallen echter niet.
Zeer heet en tegelijk sterk gecomprimeerd gas, zoals midden in de zon kunnen dichtheden bereiken die die van de vaste stof of vloeistof zou overstijgen, de gasatomen zijn weliswaar vrij, maar worden in elkaar gedrukt, vaak ook nog ontdaan van hun elektronen.
Je zou je dus af kunnen vragen of je dat dan gas kunt noemen. Het betreft hier dan ook plasma, alhoewel plasma als volledig geioniseerd gas wordt gezien.
Ook vlakbij het absolute nulpunt (-273 Celsius)
zijn situaties aangetroffen die niet meer voldoen aan de materie-omschrijving bij kamertemperatuur.
Zo wordt VLOEIBAAR helium volledig vloeibaar, het heeft dan geen viscositeit (wat voor een vloeistof een criterium is)
Duidelijk er als een vloeistof uitziend, gedraagt het zich door zeer dunne openingen heen als een gas, het vliegt er moeiteloos doorheen.
In exotische toestanden gedragen stoffen zich soms verrassend anders en zijn er dus dingen mogelijk die niet in het binasboekje staan.
Daarom kan gas hogere dichtheden hebben dan vloeistoffen, opgebouwd uit dezelfde stof.