Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

kan materie ook een interferentiepatroon weergeven in het tweespletenexperiment?

sub atomische deeltjes geven een interferentiepatroon weer op het projectiescherm bij het tweespletenexperiment uit de kwantummechanica. het observeren door welke spleet het sub atomische deeltje ging veroorzaakt het inklappen van de waarschijnlijkheidsgolf waardoor het interferentiepatroon verandert in een projectie van de 2 spleten. Ik vroeg mij eigenlijk af of ook de materie in vorm van volledige atomen en, waarom niet, volledige moleculen ook geen interferentiepatroon kunnen veroorzaken wanneer het volledige experiment is afgeschermd voor de menselijke waarnemer en enkel de resultaten van het projectiescherm kunnen geobserveerd worden.
Verder meen ik ook te hebben begrepen dat niet het meten op zich waarschijnlijkheidsgolven doet inklappen dan wel dat de menselijke waarnemer de meetresultaten kent. Daardoor vroeg ik mij af, misschien wat vreemde vraag of ook dieren in staat zijn waarschijnlijkheidsgolven te laten inklappen. Alvast dikke merci

Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
1.2K

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Antwoorden (2)

Er is interferentie gecons tateerd met buckyballs. Deze moleculen bestaan uit 60koolstofatomen in de vorm van een voetbal.

T.a.v. het dierendeel van je vraag heb ik werkelijk geen idee.

Toegevoegd na 13 uur:
Ik heb nog een link toegevoegd naar een bericht waar in staat dat men met objecten bestaande uit 430 atomen het effect heeft weten te bereiken.

Daarmee is denk ik de vraag beantwoord of het wel of niet kan. Het kan.

Elementaire deeltjes zoals electronen, protonen en ook atomen kunnen zich in verschillende superposities als je ze vanuit de quantummechanica bekijkt. Feitelijk wordt hiermee gezegd dat, zolang je niet meet je niet weet waar en in welke toestand zo'n deeltje zich bevindt. Op het moment dat je dat wel meet is dat allemaal bekend en is de superpositie verdwenen. Als je objecten gaat creeeren die groter worden dan wordt het steeds moeilijker om interactie met de omgeving te voorkomen (ofwel deze objecten in superpositie te houden). Dit is omdat interactie met de omgeving feitelijk meten is.Ergens is er een soort van omslagpunt waarbij een object zich niet meer volgens de quantummechanica gedraagt maar volgens de klassieke mechanica. In de in de link beschreven experimenten is men in staat gebleken dit omslagpunt naar "achteren" te verschuiven, waarmee de moleculen zich gedurende het experiment volgens de quantummechanica gedragen. Ik weet niet of het mogelijk is omdat mijn kennis daartoe niet toereikend is, maar ik kan mij voorstellen dat het in theorie voor een object van iedere willekeurige grootte mogelijk is dit effect te bereiken (praktisch niet lijkt me). Zo beschouwd zou het universum zich in een superpositie kunnen bevinden.

Terugkomend op het dierendeel van je vraag. Volgens mij is het zo dat het meten de waarschijnlijkheidgolven doet inklappen, niet dat het resultaat bekend is. In het dubbele spleet experiment verschijnt een interferentiepatroon als je niet meet bij de spleten. Zodra je dat wel doet verdwijnt het. Dit is ongeacht of degene die het eindresultaat beoordeelt weet of er wel of niet gemeten wordt bij de spleten (als je begrijpt wat ik bedoel). Dus het maakt mijns inziens niet uit of een mens of een goudvis naar het reultaat kijkt.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
bedankt voor de reacties. maar ik wou toch nog even terug komen of de meting dan niet de waarneming de waarschijnlijkheidsgolf doet inklappen. ik had namelijk een leuke variant gevonden op het tweespletenexperiment. ik ga wel nog eens zoeken of ik daar nog andere bronnen over vind. de proef werd gedaan waarbij sub atomische deeltjes op twee spleten werden afgevuurd met detectoren. we weten dus al dat dit de golf doet inklappen en een projectie weergeeft. deze proef werd 100 maal blind uitgevoerd, waarmee ik bedoel dat de resultaten van sensoren en projectiescherm voor de experimentator ongekend bleven maar opgeslagen of afgedrukt werden. na afloop bekeek men van de eerste 50 proeven de sensordata en vond, wanneer men de schermdata bekeek, 50 projecties, wat dus geheel binnen de verwachtingen valt. van de overige 50 proeven werd de sensordata vernietigd en vond men 50 interferentiepatronen.
maar zoals ik al aangaf, ik ga nog eens opzoeken of ik andere info vind die dit experiment bevestigen.
misschien ook leuk om in het achterhoofd te houden is het feit dat voor de experimentator die de gegevens bekijkt de proef in het verleden plaatsvond.
Toch geweldig he die kwantummechanica. love it!
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Lollig. Dat zou nogal wat implicaties hebben! Ik hou mij aanbevolen voor die link.
Volgens de formules E = mc^2 = h * frequentie betekent dit, dat als de massa groot is dat dan de frequentie van het begeleidende golfverschijnsel heel groot is.
Dat betekent weer dat de golflengte klein is.
Dat betekent weer dat je alleen de golflengte van een hond onwaarschijnlijk klein is.
Als je daaraan wilt meten moet je ongeveer oneindig smalle spleten oneindig dicht bij elkaar zeten om nog een interferentiepatroon te zien. Het is dus niet in strijd met de theorie.
Daarom kun je in de werkelijkheid nog steeds een sjoelbakschijf door een poortje schuiven. De onzekerheid is in de orde van de golflengte, en dus onzettend vele malen kleiner dan de opening van het poortje.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 5000
Gekozen afbeelding