Waar hangt de stuitfactor van een stuiterbal vanaf?

Stuiteren is in het algemeen het weer van elkaar weg-"stuiteren" (er is gewoon geen beter woord voor!) van twee voorwerpen die tegen elkaar botsen.
Niet alleen een bal die loodrecht op de grond valt, het kan ook een bal zijn die horizontaal een muur raakt.
Feitelijk kunnen het twee willekeurige voorwerpen zijn die in willekeurige richtingen bewegen, die elkaar raken onder een willekeurige hoek.
Om het niet te complex te maken bekijken we hier even het loodrechte stuiteren, waarbij de voorwerpen elkaar dus raken onder een hoek van 90 graden. Voor de vraagstelling is dat voldoende.

De stuiterfactoren gelden in gelijke mate voor beide voorwerpen.

Factoren pro:
1. Elasticiteit/veerkracht van de voorwerpen.
Soms zichtbaar, zoals bij een rubber bal of hard opgepompte leren of plastic bal.
Soms onzichtbaar, zoals bij biljartballen of glas. Alle harde voorwerpen hebben altijd wel een zekere mate van elasticiteit, en zullen min of meer stuiteren als je ze van 3-hoog op straat gooit. Er wordt pas niet gestuiterd bij niet-elastische vervormbare dingen zoals een bal zachte klei, die de kinetische energie geheel kan omzetten in vervorming.
Om deze reden stuitert een bal ook niet of minder als de "grond" bijvoorbeeld rul zand is of hoogpolige vloerbedekking.
2. De snelheid waarmee de voorwerpen elkaar raken. Hoe meer energie erin zit, hoe harder er gestuiterd wordt.

Factor contra: Wrijvingsweerstand.
Dat kan de luchtweerstand zijn. Bij een grote lichte opblaasbal is dat al duidelijk merkbaar.
Het kan ook de rolweerstand zijn van bv een biljartbal op het laken van de biljarttafel.
Of water (gelukkig maar).

De massa van beide voorwerpen doet er niet toe. Als een klein stuiterballetje en een blok beton in de lucht tegen elkaar opbotsen, dan ondervinden beide een gelijke stuiterkracht, hoewel het alleen op het balletje effect lijkt te hebben.
Als één van de twee voorwerpen vast met de aarde verbonden is (betonnen vloer) dan zien we feitelijk de aarde en een balletje tegen elkaar opbotsen, en ook dan moet de stuiterkracht gelijkelijk onder deze twee verdeeld worden. Duidelijk dat je dan alleen het balletje ziet stuiteren, maar de andere partij doet dat ook.

Er zijn oneindig veel complexere stuiteringen te omschrijven zoals bijvoorbeeld een tennisbal tegen een racket.
Hier komt nog een extra factor om de hoek kijken: Het racket wordt als katapult gebruikt, waardoor het contactmoment langer duurt, en daarmee de versnelling van de bal langere tijd kan voortduren.