op welk verschil in stofeigenschap berust omgekeerde osmose?

Osmose is diffusie door een poreuze wand.
Daarbij bepaalt de grootte van de porien wat er door kan.
Het is dus de grootte van de moleculen (van een stof) die bepalend is of ze er door kunnen.
Neem bijvoorbeeld aan de ene kant van de wand water, en aan de andere kant zout water. Je kunt dan de porien zo kiezen dat alleen het water, en niet het zout erdoor kan. In dat geval zal er meer water van de water-kant naar de zoute kant gaan.
Bij omgekeerde osmose wil je graag dat het water van de zoute kant naar de water-kant gaat. Dat kan alleen door heel hard te persen.

dat berust op verschil in concentratie

Osmose op zich is gebaseerd op verschil in concentratie tussen twee (vloei)stoffen, omgekeerde osmose echter is gebaseerd op de overcompensatie van de druk die het concentratieverschil veroorzaakt op de zijde die de hoogste concentratie heeft.

Dus moet de toegevoerde druk op de vloeistof met de hoogste concentratie zowel het drukverschil zelf, als de weerstand van het membraan compenseren.
Het meerdere aan druk bepaalt dan de omgekeerde osmosesnelheid maar moet lager zijn dan de sterkte van de doorlatende wand, anders wordt die stukgeduwd.
Dat de vloeistoffen gescheiden worden door een wand die bv. wel water moleculen doorlaat maar niet de grotere ionen van de opgeloste stof is wel een voorwaarde om osmose en omgekeerde osmose mogelijk te maken maar
is niet de stofeigenschap van de betrokken (vloei)stoffen.