Wat is de oorzaak van het feit dat licht niet door b.v. een steen heengaat en wel door glas of water?

Vaak denkt men dat lichtdeeltjes klein zijn. Protonen zijn zwaar, dus groot, elektronen al een stuk kleiner en lichtdeeltjes nog kleiner, die kunnen overal tussendoor.
In werkelijkheid is het precies andersom de golflengte van een deeltje - vertaal het even naar grootte - is omgekeerd evenredig met zijn massa.
Dus het is op zich al heel bijzonder dat lichtdeeltjes door materie gaan.
Hoe met structuur die materie heeft, hoe moeilijker licht er doorheen gaat.
Glas en water met hun 'losse' structuur laten wel licht door

Samengevat: Of licht wel of niet door materie gaat heeft ermee te maken hoe hecht de de onderlinge structuur van de moleculen is van die materie.

Toegevoegd na 1 minuut:
erratum: hoe met structuur = hoe meer structuur.

Toegevoegd na 7 uur:
Hoe snel het licht zich voortplant in een stof is te zien aan de brekingsindex. Voor vacuüm is die 1. Dat betekent dat de voortplantingssnelheid de lichtsnelheid is. In vacuüm wordt het licht namelijk niet gehinderd.
De voortplantingssnelheid van licht in water is 1/1,333 = 3/4 van de lichtsnelheid. Dat is te zien aan de brekingsindex van 1,333

Voor een golflengte van 589,3 nanometer (licht van natriumlampen) gelden de volgende brekingsindices:
lucht: 1,00029
water: 1,333
glas: 1,5 tot 1,9
diamant: 2,419

Diamant valt hierin op. Licht gaat er wel doorheen, maar niet zo snel als door de media zonder structuur.
Dat licht door een stof met grote structuur gaat wordt waarschijnlijk veroorzaakt door kanaaltjes in het kristal waar het licht doorheen kan.

Toegevoegd na 4 dagen:
Na nog wat nalezen kort samengevat:

Wanneer licht van lucht in een ander materiaal gaat, kan het licht door het materiaal worden geabsorbeerd.

Wanneer het licht niet wordt geabsorbeerd, zoals bij glas, gaat het licht in het glas langzamer. Door die overgang kaatst een gedeelte van het licht terug.
Welk gedeelte terugkaatst en welk gedeelte doorgaat en hoe die lichtstralen worden afgebogen wordt beschreven door de wetten van Fresnel. De brekingsindex speelt daar een grote rol bij.
Zowel bij doorlaten van licht als bij terugkaatsen van licht speelt absorptie geen rol.

Dat een steen licht terugkaatst heeft dus niet te maken met absorptie. Dat een steen niet alle kleuren licht terugkaatst en dus niet wit is, komt doordat een aantal kleuren niet terugkaatst maar wordt geabsorbeerd. Die kleuren worden niet doorgelaten, maar vastgehouden.
Hoe het zit met absorptie en kleurwaarneming valt buiten het bestek van deze vraag.