Waarom bewegen de wolken snel?

De lucht hoger in de lucht kan sneller waaien dan de lucht vlak bij de grond. Omdat wolken hoog in de lucht zweven kunnen die dus sneller gaan dan de lucht beneden.

De snelste wolken bevinden zich op 10 tot 18 kilometer hoogte, waar de windsnelheid soms wel 400 kilometer per uur is.

Dat ze in die laag zitten, komt doordat de wolken bestaan uit waterdruppeltjes of ijskristallen die heel langzaam vallen. En dat betekent dat de wolken op de beweging in de lucht meegaan. Door de wrijving bij de aarde is de windsnelheid groter naarmate je hoger in de atmosfeer komt. Zo is de snelheid op 100 meter hoogte twee keer zo groot als twee meter boven de grond. En hoog in de lucht racen de wolken met een snelheid voorbij die veel hoger is dan vlak bij de aarde.

De allersnelste wolken zitten echter boven in de troposfeer, want hier ontstaan straalstromen als gevolg van de temperatuurverschillen tussen de luchtlagen. Die straalstromen hebben vaak een snelheid van 200 kilometer per uur, maar ze kunnen ook wel 400 kilometer per uur bereiken. Straalstromen komen ook voor op 10 tot 18 kilometer hoogte. De wolken daar, cirruswolken, kunnen snelheden rond de 400 kilometer per uur bereiken.