Stel dat ik een molen met doorsnede van meer dan 100000km heb.Die 1 keer per sec zou rond kunnen draaien . Gaan de uiteinden sneller dan het licht?

Stel dat dat allemaal zou kunnen (wat niet het geval is), dan is het antwoord ja.

Bij een doorsnede 95.427 km een een frequentie van 1 omwenteling per seconde heeft het uiteinde een snelheid
van 95.427*1000*pi = 299.792.458 m/s en dat is de lichtsnelheid.

De baansnelheid is 2 x pi x R x f
R = 50.000.000 m
f = 1
pi = 3.14

Het antwoord is 314.159 km/s, en dat kom verdomd dichtbij de lichtsnelheid van 300.000 km/s. Dus ja, dan gaan de uiteinden sneller dan het licht. In de praktijk natuurlijk niet mogelijk.

In theorie , neen.
De punten zouden doordat de tijdverandering aan de tips van de molen een rol gaat spelen , niet sneller gaan dan de snelheid van het licht, omdat de tijd aldaar sneller gaat tov het midden van de molen.

Toegevoegd na 8 minuten:
Als je de tips zou kunnen zien in real time zou je zien dat die achterblijven , de wieken zouden dan vooral richting tips gebogen zijn, je zou het massatraagheid kunnen noemen.
Ik ga er dan NIET vanuit dat het materiaal van de wiek zou buigen onder de enorme krachten.

Toegevoegd na 24 minuten:
Vanuit de tips van de molen gezien gaat de tijd dan dus langzamer, mijn eerdere formulering wekt blijkbaar verwarring op, excuses daarvoor.
De molen zou er in een plat vlak gezien steeds meer uit gaan zien als een spiraal als je deze enorm verkleind zou kunnen zien.
Je zou dan zien dat de as per seconde een rotatie maakt en de tips, die niet sneller kunnen dan de lichtsnelheid blijven steeds meer achter en zo wikkelt zich het gebeuren steeds verder op, vooral vlak onder de tips
van de wieken.

Het antwoord is dat de vraag niet geldig is.

Je gaat uit van een molen die je zo snel ronddraait, dat de uiteinden sneller zouden gaan dan de lichtsnelheid.

Je kunt echter zo'n molen niet zo snel laten draaien. Niet in de praktijk, en ook niet in theorie.

Als je al een materiaal zou hebben dat sterk genoeg zou zijn, dan zou je de molen eerst op gang moeten brengen. De algemene relativiteitstheorie zegt echter dat de massa van een voorwerp toeneemt naarmate de snelheid hoger wordt.

Die massatoename gaat steeds sneller. De massa neemt op een gegeven moment zo hard toe, dat de massa oneindig hoog zou worden zodra je de lichtsnelheid zou bereiken.

Hoe hoger de massa is, hoe meer energie er nodig is om het voorwerp verder te versnellen.

Als de uiteinden bijna de lichtsnelheid hebben bereikt, is hun massa dus al enorm groot geworden. Er is dus gigantisch veel energie nodig om ze nog verder te versnellen.

Zodra je die energie toevoert, neemt de snelheid toe; daarmee neemt de massa nog meer toe, waardoor je *nog* meer energie nodig hebt om nog verder te versnellen.

Je zou oneindig veel energie nodig hebben om de uiteinden te versnellen tot ze de lichtsnelheid hebben. Dat lukt natuurlijk niet - zoveel energie is er in het hele universum niet te vinden.

Daarom is het onmogelijk jouw molen zo snel rond te laten draaien. Er is een natuurlijke limiet aan de draaisnelheid van de molen.

Onmogelijk omdat wanneer je dat zou doen de materie aan de buitenkant van de wieken te snel zal gaan draaien waardoor de elektronen te snel gaan draaien en de massa oneindig wordt