Wat is de wet van ohm?

Hiermee kun je de weerstand in een apparaat berekenen. met de formule R=U/I
Hierbij is:
R de weerstand in ohm
U de spanning in volt
en I stroomsterkte in ampere

Toegevoegd na 5 minuten:
Natuurlijk kun je ook de spanning in een apparaat meten
U=I×R
of de stroomsterkte
I=U×R

De wet van Ohm is een empirische natuurkundige wet, genoemd naar de Duitse natuurkundige Georg Ohm, die een relatie legt tussen spanning, weerstand en stroomsterkte.
De wet van Ohm luidt als volgt:
De stroomsterkte door een geleider is recht evenredig met het potentiaalverschil tussen de uiteinden.
Het quotiënt van spanning en stroomsterkte is dus een constante. Deze constante wordt de weerstand van de geleider genoemd.
In symbolische notatie:
waarin U de spanning of het potentiaalverschil, I de stroomsterkte en R de weerstand is. Wordt U uitgedrukt in V (volt) en I in A (ampère), dan is R in Ω (ohm) uitgedrukt.
De wet van Ohm definieert in feite de materiaaleigenschap elektrisch geleidingsvermogen. De wet geldt voor vele materialen die geleiders worden genoemd. Als zodanig is de wet van Ohm ook anders te formuleren:

De ohm (symbool: Ω, de Griekse hoofdletter omega) is de afgeleide SI-eenheid voor elektrische weerstand. De ohm is genoemd naar Georg Ohm, een Duitse natuurkundige.
Uitgedrukt in SI-eenheden: 1 Ω = 1 kgm2A-2s-3. De inverse is de siemens.
Wanneer een elektrische spanning van 1 volt aangelegd wordt over een geleidend voorwerp (een draad bijvoorbeeld) en er ontstaat daarin een stroom van 1 ampère, dan heeft dat voorwerp een weerstand van 1 ohm.

De in de elektronica gebruikte weerstanden zijn meestal voorzien van een kleurcode die de waarde aangeeft. Bij een opschrift (ook op schakelschema's) wordt meestal niet Ω, kΩ of MΩ gebruikt maar R, K of M, waarbij de letter op de plaats van de komma staat. In plaats van 4,7 kΩ staat er dus 4K7. Weerstand in de eenheid Ω, Stroomsterkte in de eenheid Ampere.

De weerstand kun je berekenen met de formule
Weerstand = Spanning : Stroomsterkte.

Om het je een beetje voor te laten stellen.
Stroom gaat niet vanzelf door een draad. Net zomin als water vanzelf door een tuinslang gaat.
Als de waterdruk afneemt (wat je wel eens ziet op een warme zomeravond wanneer iedereen veel water gebruikt) dan zal de waterstroom uit de tuinslang afnemen.
Wanneer je een tuinslang hebt die heel dun is, zal het water er moeilijk door heen gaan. Net zoals door een smalle gang op school leerlingen moeilijker gaan. Het water moet meer weerstand overwinnen.

Zo ook bij een elektrische stroom. Elke stroomdraad biedt weerstand aan elektrische stroom. Net als de tuinslang aan het water. Maak je de spanning (het aantal Volt) groter, dan zal de stroomsterkte (het aantal Ampere) ook groter worden.
Hoe groot de stroom dan is hangt af van de weerstand van de draad. Die geef je aan in ohm.

Nu heeft mijnheer Ohm een formule ontwikkeld om de weerstand te bepalen als je de spanning en de stroomsterkte weet.

Weerstand = spanning / stroomsterkte.

Als je een stroomdraad hebt waar je veel spanning op moet zetten om en bepaalde stroomsterkte om gang te krijgen, dan heeft die draad een grote weerstand.