Eenparig versnelde beweging. Na 111m is je snelheid 80km/h.

Bij een eenparig versnelde beweging is de versnelling (a , van acceleratie) constant.

De snelheid op tijdstip t is dan
v(t) = v(0) + a*t

en de afgelegde afstand op tijdstip t is dan
s(t) = s(0) + v(0)*t + ½ *a*t^2

Omdat er geen beginsnelheid en beginafstand zijn gegeven stellen we die gelijk aan 0 en worden de formuletjes wat simpeler
v(t) = a*t en s(t) = ½ *a*t^2

Nu gaan we de getallen invullen, maar let op 80km/u is gelijk aan 80/3,6 m/s en we moeten voor alles natuurlijk wel vergelijkbare eenheden gebruiken.

80/3,6 = a* t en 111 = ½ *a*t^2

Uit de eerste formule kan je nu a schrijven als
a= 80/(3,6 *t)

dat invullen in de tweede formule
111 = ½ *(80/(3,6*t) )*t^2

en nu versimpelen en we weten t
111 = ½ * 80* t /3,6 ==> t = 9,99 seconde

Dat weer invullen in de eerste vergelijking,
80/3,6 = a* 9,99 ==> a = 22,44

Dus na 9,99 seconden heeft bij een eenparig versnelde beweging met een versnelling van 22,44 m/s^2 een voorwerp 111 meter afgelegd en een snelheid bereikt van 80 km/u

Dat kan een stuk eenvoudiger.

De beweging is eenparig versneld. Na 111 m is die gestegen van 0 m/s tot 80 km/u, ofwel 80/3,6 = 22,22 m/s.

De gemiddelde snelheid is dus 11,11 m/s.

De tijd is dus 111/11,11 = 10 s

Om de versnelling uit te rekenen gebruik je de formule S=1/2at², dus a=2S/t² maakt 222/100 = 2,22 m/s²

iHave lijkt ergens een komma te hebben opgeschoven.