Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

pH-berekening, zie uitleg.

Voor scheikunde de vraag: hoeveel HCOOH is er opgelost in een oplossing met pH = 3,60.
Ik heb mbv Kz al berekend dat [HCOOH] 3,51 x 10^-4 is tijdens het evenwicht. In de uitwerkingen staat dat je, om het uiteindelijke antwoord te weten te komen, er de [HCOO-] bij op moet tellen om de [HCOOH] op t=0 te berekenen. Waarom moet dit? Waarom wel bij deze berekening en niet bij een reactie van bijvoorbeeld natronloog met zoutzuur?

Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Antwoorden (1)

Omdat de hcooh een op een reageert tot hcoo-
Er gaat inmiddels van hcooh een h weg. De rest van het molecuul blijft gewoon. Daar komen er niet meer van bij.

Toegevoegd na 5 minuten:
Bij Natronloog en zoutzuur geld wel dezelfde regel. Maar op een iets andere manier. OH- (van 1 natronloog) + H+ (van 1 zoutzuur) --> H2O (eentje dus)
Dat betekend dat er voor elk water molecuul wat gevormd wordt, ik herhaal, wat gevormd wordt, er 1 natronloog als zowel 1 zoutzuur molecuul is.

Toegevoegd na 13 minuten:
Nog even als commentaar op mijn eerste stukje:
Elk HCOO- is dus oorspronkelijk een HCOOH. Elke HCOO- is dus in t=0 een HCOOH geweest.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
Deel jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image