enorm ingewikkelde vraag over relativiteits theorie, zie bijlage:
de theorie van einstein zegt dat als je in een raket een licht schijnt in de richting van de snelheid, dat dan de afstand korter wordt. er zijn twee personen, 1 buiten de raket en 1 in de raket. als de raket met een hoge snelheid reist en persoon in de raket met een zaklamp omhoog schijnt ziet hij dat die straal met de snelheid van het licht gaat. maar dan zou voor degene buiten de raket die straal dus sneller gaan dan het licht doordat de snelheid van de raket daarbij komt. dat kan niet want niets kan sneller dan het licht, dat is de constante in deze theorie. einstein zegt dat dus de afstand van de raket korter wordt voor degene buiten de raket, zodat het licht niet sneller gaat, maar gewoon een kortere afstand aflegt. voor degene in de raket is de raket niet korter. dat komt omdat hijzelf met de raket in zijn geheel korter wordt. omdat dus de snelheid van het licht constant is, wordt de afstand daarop aangepast.
dit heb ik gehad in een ANW les.
mijn vraag aan de meester was: wat dan als de zaklamp niet aan de onderkant van de raket is, maar aan de bovenkant. dan gaat het licht niet met de snelheid mee maar er tegen in. dan zou degene buiten de raket de snelheid van het licht moeten aftrekken van de snelheid van de raket. omdat dat niet kan, omdat het licht constant is, zou de afstand dus langer moeten worden van de raket. maar dat zou dan tegen het princiepe van de hele theorie ingaan... hoe kan dat?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.