Waarom wordt zwaartekracht minder als je je snel verplaatst?

Je zwaartekracht veranderd niet, deze is altijd de massa (gewicht) x valversnelling g (9,81). Alleen als je van een ravijn rijdt heb je een voorwaartse kracht.. Vergelijk het met een bal die je in een trein omhoog gooit, deze zal je gewoon kunnen vangen, het balletje valt niet in ene naar beneden, maar beweegt met dezelfde snelheid als de trein vooruit

Dat heeft te maken met je eigen massa die wordt aangedreven als een voortstuwende kracht.Dus een tegenwerkende kracht die de zwaartekracht dus een soort van moet overwinnen.
Bij vliegtuigen is die kracht dus groter dan de kracht waarmee deze wordt aangetrokken, dus blijft deze in de lucht.

De zwaartekracht wordt niet minder: deze blijft gelijk.
Bij grote snelheid (als met een auto) val je net zo snel naar beneden, echter in die tijd leg je ook een grotere horizontale afstand af (je valt in een boog van een kwart cirkel). Het lijkt dus langzamer te gaan.

De zwaartekracht wordt niet minder. Afgezien van wat verschillen door luchtweerstand val je even snel naar beneden als je tegelijkertijd een horizontale snelheid hebt van 100m/s of van 0m/s. Je hebt door de zwaartekracht een constante kracht naar beneden, en daardoor ook een vaste verticale versnelling.

Volgens mij vermindert de zwaartekracht niet maar lijkt dat alleen maar zo omdat de energetische omstandigheden van het object in 'vrije' val verschillend zijn.

Er bestaan ook geijkte formules om dit aan te tonen doch die zijn reeds lang vervaagd op mijn harde schijf.
Via Google of andere kanalen opzoeken dus als je meer wil weten ;-)

Goeie vraag trouwens +

De auto en de fiets zijn gelijk beneden, alleen komt de auto via een boogbaan verder weg.
Je kunt dat nadoen met een proefje. Hieronder is een link naar een video. Twee balletjes die tegelijk worden losgelaten. Het rechtse balletje wordt weggeschoten, het linkse valt van dezelfde hoogte. Rechts stelt de auto voor en links de fiets. En zie: ze komen tegelijk op de tafel.

De zwaarte kracht blijft even groot en het lichaam is, onafhankelijk van de horizontale beginsnelheid, even snel beneden.

Wanneer een lichaam met een horizontale snelheid van een ravijn rijdt, krijgt het door de zwaartekracht een tweede snelheid in verticale richting, die elke seconde met 9,81 m/sec² (in Nederland) toeneemt. De horizontale snelheid blijft gedurende de hele beweging even groot. De snelheid na b.v. 1 sec is dus de resultante van de horizontale snelheid v en g x t in verticale richting. Om de plaats te bepalen waar het lichaam na t sec is moet men de horizontale en de verticale verplaatsing afzonderlijk berekenen.
De horizontale weg berekent men met s=v x t en de daling h van het lichaam, die alleen afhankelijk is van de verticale snelheid, met h=½gt².
De beschreven kromme draagt dan de naam van een parabool, vandaar dat men ook wel spreekt van een parabolische beweging.
Op dezelfde manier kan men te werk gaan als een voorwerp onder een hoek wordt weggeschoten.