Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland
Geef jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord

Antwoorden (5)

Dat is de formule waarmee Einstein aantoonde dat de energie van een voorwerp gelijk is aan de massa keer het kwadraat van de snelheid waarmee het zich voortbeweegt.

Heel lang en ingewikkeld verhaal, waarbij het er in de praktijk op neerkomt dat de ene stof veel meer energie oplevert dan de andere. Het door de lucht laten zwaaien van een dik boek bijvoorbeeld, of het laten vallen van een druppel water, doet niet zo verrekte veel, maar het snel voortbewegen van een paar waterstofatoompjes kan een enorme hoeveelheid energie opwekken.

Deze formule is dan ook eigenlijk het sommetje dat aan de wieg stond van de atoombom.

Als dit soort vraagstukken je interesseert en je bent helemaal of vrijwel niet thuis in wis-en natuurkunde, kan ik je van harte het boek "Einstein voor Dummiers" aanbevelen. Dat kan het je nog veel beter uitleggen dan ik.

En in het Youtube filmpje een korte uitleg voor wie het Engels in elk geval machtig is.

Toegevoegd na 40 seconden:
Tweede alinea : ....dan de andere, afhankelijk van onder andere voornamelijk de atoom-massa.
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
Als je een heel makkelijk antwoord wil, zou ik zeggen dat E staat voor energie en de m voor de massa van een voorwerp. c = de snelheid van licht in vacuum (+/- 300.00 km / sec.)

Wat Einstein zegt is dat massa en energie een relatie hebben. De massa is een uiting van de energie van een voorwerp. Of anders gezegd; een voorwerp met een massa kan geheel omgezet worden in energie. Dit is later bewezen door een deeltje en een antiedeeltje met elkaar te botsen. De energie die vrij kwam was net zo groot als de opgetelde massa's van beide deeltjes.

De enige vraag die niet simpel te beantwoorden is, welke energie wordt bedoeld. Een voorwerp dat in beweging is heeft ook energie. Verder zit er ook energie in de kernen van de atomen die ook niet stil zitten. Dat is inwendige energie.

Het vrijkomen van energie in licht en warmte heet uitwendige energie. Het totaal aan energie is dus de uitwendige energie en inwendige energie van een deeltje.

De inwendige energie is dan gelijk aan m (in rust) * c kwadraat. m is dan de massa van het voorwerp in rust.

Toegevoegd na 4 minuten:
Hoe meer ik er aan toe voeg, hoe ingewikkelder het wordt ;o)

Mijn antwoord zal daarom zijn: elk voorwerp is volledig om te zetten in energie, waarbij het voorwerp compleet is verdwenen. Die energie is via jouw (wiskundig vrij simpele) formule te berekenen.
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
Massa is een vorm van energie!
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
Het duidelijkst is e = mc 2 te zien in kernenergie. Bij kernenergie worden grote atomen gesplitst in kleine atomen . Maar er "verdwijnt " een beetje massa ( gewicht ) van de stof die gesplitst is. Die verdwenen massa is geheel omgezet in energie . En die energie is heel groot volgens de formule e= mc 2 .
Met de energie ( warmte ) uit de verdwenen massa wordt dan electriciteit gemaakt .
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
Vroeger had men een wet van behoud van massa. Die zei dat, wat je ook deed, er geen massa kon bijkomen of verdwijnen. Massa creëren uit het niets, of massa laten verdwijnen in het niets, was dus niet mogelijk.

Men had ook een wet van behoud van energie. Die zei dat, wat je ook deed, er geen energie kon bijkomen of verdwijnen. Energie creëren uit het niets, of energie laten verdwijnen in het niets, was dus niet mogelijk.

Einstein kwam er, na een knap staaltje denkwerk en de nodige berekeningen, achter dat massa en energie eigenlijk twee verschijningsvormen van hetzelfde "iets" zijn.

Dat betekende meteen, dat de oude wet van behoud van massa niet meer geldig was: je kon immers massa laten verdwijnen door het om te zetten in energie. Of je kon massa laten ontstaan uit een hoop energie. Op dezelfde manier betekende dat ook dat de wet van behoud van energie niet meer geldig was.

Einstein legde de relatie tussen massa en energie vast in de formule E=mc². Hierin staat E symbool voor de energie, m voor de massa, en c voor de lichtsnelheid.

De praktische toepassing van deze formule is als volgt. Stel dat je 1 kg massa hebt, en dat je die massa volledig omzet in energie. Hoeveel energie krijg je dan?

Het antwoord wordt gegeven door de formule. m is 1 kg. c is de lichtsnelheid, en die is ongeveer 300000 km/s, ofwel 300 miljoen m/s. c², dat is c maal c, is dus 300 miljoen maal 300 miljoen - dat is een 9 met 16 nullen erachter.

Dus voor een m van 1 kg volgt uit E=mc² een energie van 1 kg maal die 9 met 16 nullen, oftewel 90 biljard Joule.

Andersom werkt het net zo. Als je 1 Joule energie volledig omzet in massa, resulteert dat in een massa m van m=E/c². Dat is 0,000000000000011 gram.

Bij deze berekeningen gaat het puur om de rustmassa, dus om een massa die niet in beweging is, en niet op een hoogte ligt, enzovoort. Enkel en alleen die massa wordt in energie omgezet.

Een echte hoeveelheid massa heeft daarnaast nog energie door de eigen beweging - een sneltrein heeft ook een hoeveelheid energie, puur door zijn snelheid. Echte massa kan ook energie hebben door hoogte - een rotsblok op een berg heeft energie die vrijkomt wanneer dat rotsblok naar beneden stort. Die twee vormen van energie worden /niet/ meegenomen in Einsteins formule. Er zijn andere formules om die energie mee te nemen.
Verwijderde gebruiker
15 jaar geleden
Deel jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord
logo van Kompas Publishing

GoeieVraag.nl is onderdeel van Kompas Publishing