Wie kan me helpen met deze scheikundige kwestie?

Je mag in de (school) praktijk gewoon het aantal nucleonen (=protonen en neutronen) van het molecuul tellen.

Je houdt er namelijk ook geen rekening mee dat het gewicht van een neutron en ene proton ook niet gelijk zijn, en dat zal al veel grotere verschillen opleveren.

Ik denk dat je de molaire massa bedoelt
ik heb geleerd dat je elk atoom moet je metellen. bijvoorbeeld je hebt difosfortrichloride dan tel je fosfor 2 x mee dus 2x de 95 u en 3 x de chloor (weet de massa hier niet zo snel van)

bij de molecuul : fosfortrichloride tel je dus fosfor 1 x mee en chloor 3 x mee, dat tel je bij elkaar op en dan heb je de molaire massa van de molecuul.

Chloor heeft geen heel atoommassa omdat Chloor uit twee stabiele isotopen bestaat , zo uit het hoofd meen ik Cl35 en Cl 36, waarbij de laatste dus een neutron per atoom meer heeft.
Deze isotopen komen elk voor ongeveer de helft in het gemiddelde Chloor voor, zodat de atoommassa 35.5 is.
Omdat je zelfs bij kleine hoeveelheden PCl3 over gigantisch veer moleculen praat , is het gemiddelde dan
aan te houden massa van het Chlooratoom 35.5.
De lading speelt nauwelijks een rol, omdat een elektron 1/1840e deel weegt van een neutron.
met lading heb je bovendien niets te maken omdat moleculen als PCl 3 geen lading hebben.

Toegevoegd na 10 minuten:
Gelukkig heeft mijn geheugen me niet in de steek gelaten, afgerond is de atoommassa van Chloor 35.5 , nauwkeuriger is het 35.45.
Vrijwel altijd zijn atomen met een niet ronde atoommassa mengsels van isotopen (dit zijn atomen met dezelfde aantal protonen maar met een ander aantal neutronen, het aantal protonen bepaalt welk element het is omdat de protonen de elektronenconfiguratie bepalen.

Inderdaad 1 x de molecuulmassa van fosfor (30.9) en 3 x van chloor ( 3 x 35.5). Succes!