Een windmolen met twee of vier wieken geeft even veel vermogen . Klopt dit en hoe is dit verklaarbaar?

Wieken kunnen niet alleen in diameter maar ook in oppervlak en pitch (hellinghoek) verschillen.
Deze pitch wordt ingestelt naar de windkracht.
Zo kan het zijn dat de generator bij harde en zacht wind
niet erg verschilt in zijn toerental maar bij hoge windsnelheid het hogere koppel wel omzet in meer energie
Aks je een windmolen vier DEZELFDE wieken geeft ipv twee, zal hij wel degelijk meer energie op kunnen wekken.
Terecht wordt opgemerkt dat er dan meer werveling ontstaat waardoor het vermogen niet verdubbelt bij 4 tov 2 wieken maar hoger dan bij 2 is het wel.
Dat meer dan 4 wieken geen zin heeft valt te betwijfelen
dat hangt geheel van de constructie af.
Je stelt terecht dat het oppervlak aan wieken invloed heeft
maar de pitch is evenzeer een zeer belangrijke factor.
De tweewieksgeneratoren zie je meer en meer verdwijnen
de DRIE wieken generator lijkt optimaal te zijn.
Ook is driptig geexperimenteerd met de vorm van de wieken en de optimale diameter.
Een deel van de wieken zou een draaisnelheid kunnen krijgen die boven de geluidsnelheid ligt, de tip van grote generatoren halen een enorme snelheid.
De electronica in de windmolen optimaliseren het systeen, richting, pitch, maar ook de stroom voor de magnetische bekrachtiging van rotor of stator wordt allemaal bepaald
en geoptimaliseerd.
Het is dus een spel van vele factoren die bepaalt hoe de molen zich instelt om het maximale uit de wind te halen.
Dus de stelling klopt niet wanneen de wieken in alle opzichten hetzelfde zijn, vier wieken leveren dan meer energie dan twee.