kan iemand mij hier meer over vertellen?

E8 (zo heet dit figuur) is een onderdeel van de Lie groep, die symmetrische objecten beschrijft. Het team zegt dat hun bevindingen hulp kan bieden in gebieden van de fysica, die meer dan vier dimensies gebruiken, zoals de snarentheorie.

Ontwerpen, begrijpen en runnen van de berekeningen nam een team van 19 wiskundigen vier jaar in beslag.
De uiteindelijke berekening nam meer dan drie dagen van de processor in beslag op een SAGE supercomputer.

Het resultaat was een matrix van aan elkaar gekoppelde getallen, die samen de structuur van E8 beschrijven. Het bevat meer dan 60 maal zo veel data als het menselijke genen project heeft.

Elk van de 205263363600 ingangen van de matrix is veel meer complex dan een ongecompliceerd getal; sommigen zijn complexe vergelijkingen. Het team berekende dat als alle getallen uitgeschreven worden in kleine letters zouden ze het gehele oppervlak van Amsterdam beslaan.

Bovendien hoopt het team van wiskundigen voor een beter begrip van de symmetrie en aanverwante gebieden van de wiskunde dat hun werk zal bijdragen in gebieden van de fysica zoals de snarentheorie, die structuren bevat van meer dan de vier conventionele dimensies van ruimte en tijd.

Het is dus een hulpmiddel, een stap in het hopelijk ooit kunnen begrijpen / berekenen van de snaartheorie en andere meer dan vierdimensionale gebieden.
Ik vind het echter behoorlijk onmogelijk me er concreet iets bij voor te stellen.

De snaar-theorie, één van de recente ideeën van de moderne natuurkunde, veronderstelt dat in een wereld met drie gewone dimensies en enkele aanvullende "kleine dimensies" de deeltjes eigenlijk snaren zijn, en membranen. De extra dimensies zijn héél klein, want wij zien ze niet.
Een voorbeeld om je er iets bij te kunnen voorstellen is: een acrobaat en een vlo op een strak gespannen touw. De acrobaat kan alleen vooruit of achteruit, maar de vlo kan ook opzij. Als de vlo dwars rond het touw gaat lopen komt hij weer op hetzelfde punt uit. Je kunt dus zeggen: de acrobaat heeft één dimensie, en de vlo twee; maar één hiervan is wel klein, en een gesloten lus.
De acrobaat kan de tweede dimensie van het touw niet ontdekken. Zo kunnen wij de wereld alleen waarnemen in drie dimensies, ook al zijn er misschien veel meer. Dit kun je je onmogelijk voorstellen, want wij zien iets alleen in drie dimensies.