Weet iemand het antwoord op deze (niet zo moeilijke) natuurscheikunde vraag?

bij een positieve lading zijn er te weinig electronen
en bij een negatieve lading te veel

een positieve lading, dus een ion. Heeft meer + ladingen dan electronen (- ladingen).
Voorbeelden van stoffen met + lading: Mg²+ (plusje moet achter de 2 komen), Na+ (plusje ook rechts boven a).
Enkele stoffen met - lading (negatieve lading): O2- (hierbij moet het 2, rechts onder de O, deze stof heeft 1, - lading).
Alle metalen hebben + lading (plus/positieve ladingen) en alle niet metalen hebben, molaire stoffen hebben een - lading (min/negatieve lading). Ik kan nog wel verder beginnen over zouten maar dat wordt voor je leerwerk even ingewikkelder, laten we het maar hierbij houden.

Ik ben elektronicus en wij noemen de plus de pool waar spanning op staat, maar in werkelijkheid is dat de pool waar er een tekort aan elektronen is, en dus eigenlijk de MIN.
Iets met een negatieve lading heeft dus een overschot aan elektronen. Een beetje verwarrend maar in ieder geval wordt in de schema's het wel juist weergegeven.
Ik hoop dat je hiermee geholpen bent.
groeten.