Kan een baby (tijdelijk) eigenschappen van de draagmoeder krijgen tijdens en na de geboorte?

Een baby krijgt de eigenschappen van de biologische ouders.
Dus in dit geval zou ik zeggen, dat het niet kan. De draagmoeder is alleen maar wat het woord al zegt en geeft niets van haarzelf door.

Genetisch zullen er geen eigenschappen overerven, maar vergis je niet in wat een baby in de baarmoeder allemaal al mee kan krijgen (denk maar aan het zingen tegen zo'n buik - dat kan een baby horen). Dus een kind kan wel wat meekrijgen van zijn/haar draagmoeder, maar dat gaat via het gedrag van de draagmoeder tijdens de zwangerschap.
Ook: als de draagmoeder bijzonder ongezond leeft tijdens de zwangerschap, zal het kind daar wat van meekrijgen. Dat gaat niet om eigenschappen, maar toch.

Ik hoop dat mijn antwoord niet verkeerd overkomt, maar in de veehouderij wordt ontzettend veel met draagmoeders gewerkt. Een zeer goede koe krijgt hormonen toegediend om pakweg 10 eicellen vrij te laten komen. Deze worden bevrucht door zaad van een zeer goede stier.
Na 11 dagen worden de embryo's eruit gespoeld en ingeplant in worstkoeien. De worstkoeien dienen uitsluitend om het kalf tot de geboorte te voeden.
Er is heel veel onderzoek gedaan naar deze werkwijze en gebleken is, dat de eigenschappen van het kalf voor de volle 100% afkomstig zijn van de biologische moeder en vader. De draagmoeder heeft geen enkele invloed.

Een poging tot 'puur wetenschappelijk':

De baby heeft 100% de erfelijke eigenschappen van de eicel- en zaadceldonor; de draagmoeder draagt erfelijk niks bij aan de baby. De navelstreng en het kind-deel van de placenta bestaan helemaal uit weefsel dat bij de baby hoort.

De placenta bestaat uit 2 delen, de kinderlijke en de moederlijke kant. Dit houdt ook in dat de bloedstromen van beide zijdes gescheiden blijven. Er is normaal gesproken dus geen contact tussen het bloed van moeder en kind.
Aan de placenta zit de navelstreng, die loopt naar de baby. De bloedcirculatie van de baby gaat via de navelstrengvaten naar de placenta en weer terug naar de baby. Op de weg van de placenta naar het kind worden voedingstoffen, zuurstof en allerlei antistoffen (beschermstoffen tegen bep. Infecties) meegenomen, en op de terugweg worden afvalstoffen en koolzuur afgevoerd.

De moederlijke en kinderlijke kant van de placenta worden van elkaar gescheiden door een vlies. Dit vlies is doorlaatbaar voor een bepaald aantal stoffen en ondoorlaatbaar voor andere. Dit is ook de reden dat bepaalde medicijnen en andere schadelijke stoffen wel/niet bij de baby kunnen komen. Als een stof klein genoeg is kan het door het vlies heendringen en zo bij de baby komen, grotere stoffen kunnen niet door het vlies heendringen.