Worden 'extra' koolhydraten opgeslagen als verzadigde of onverzadigde vetten?

Hoewel de belangrijkste vorm van opslag van polysaccharide bij dieren is glycogeen is, kunnen dieren/mensen kooldydraten wel opslaan als onverzadigde vetten. Dat gebeurt dan via enzymen waarbij bepaalde dubbele verbindingen worden gemaakt zodat er onverzadigde vetten onstaan.

Eukaryoten (en prokaryoten) kunnen een enkele cis dubbele binding introduceren in een nieuw gesynthetiseerd vetzuur. Eukaryoten synthetiseren een verscheidenheid aan meervoudig onverzadigde vetzuren, bepaalde organismen meer dan anderen. Bijvoorbeeld, planten vervaardigen dubbele bindingen tussen de positie dubbele binding 9 en het methyl einde van de keten, maar zoogdieren kunnen niet.

Zoogdieren hebben meervoudige onverzadigde vetzuren nodig maar moeten ze in hun dieet verwerven. Als zodanig worden deze vetzuren aangeduid als essentiële vetzuren. Anderzijds kunnen zoogdieren dubbele bindingen introduceren tussen de dubbele binding bij de 8- of 9-positie en de carboxylgroep. Enzyme complexen in de ER (Endoplasmatisch reticulum) desatureren de 5-positie, mits er een dubbele binding bestaat op de 8-positie en vormen een dubbele binding op de 6-positie als er al in de 9-positie bestaat.

In de energie-economie van de cel zijn glucosereserves (glycogeen) gelijk aan contant geld (aangezien ze gemakkelijk hydrolyseert), terwijl lipide reserves als een dikke spaarrekening zijn (in staat om grote hoeveelheden energie op te slaan voor de behoeften van de organismen). De potentiële energie van lipiden ligt in de vetzuurketens van triacylglycerolen. Wanneer er overmatige calorieën zijn, worden vetzuren gesynthetiseerd en opgeslagen in vetcellen.