Zijn je stembanden wijder of smaller als hoog kunt zingen?

Het gaat niet om de wijdte van de stembanden, maar om de dikte en de lengte. Iemand die hoog kan zingen heeft korte dunne stembanden.

De toonhoogte van het geluid dat je hoort wordt bepaald door de trillingsfrequentie van de stembanden. Doordat er lucht door het strottenhoofd gaat worden de stembanden in trilling gebracht. Deze trillingssnelheid kan variëren door de spanning en de vorm van de stembanden.

Doordat de stembanden van vrouwen over het algemeen korter en dunner zijn dan die van mannen, is de trillingsfrequentie hoger en de stem eveneens. De stembanden van mannen zijn tussen de 17-21 mm lang, die van vrouwen tussen de 11-15 mm. Dikkere stemplooien en een groot strottenhoofd geven een lager en donkerder geluid.