Allelfrequenties bepalen uit fenotypes?
Gegeven is dat een losse oorlel (L) dominant is over een vaste oorlel (l). In een populatie van 100 mensen komt een losse oorlel 60x voor en een vaste oorlel 40x. Hoe kun je hieruit de allelfrequenties berekenen? Het antwoord moet zijn dat L 0,37 en l 0,63.