Waarom worden de "holle aders" zo genoemd?

Eigenlijk is dit meer een vraag over taal dan over biologie.

Een ader is een buis waardoor het bloed uit de verschillende delen van het lichaam naar het hart of het centrale orgaan van de bloedsomloop terugvloeit. Dit in tegenstelling tot de bloedvaten waardoor het bloed uit het hart naar de verschillende delen van het lichaam wordt gevoerd, en die slagaderen heten.

De twee aderen die het bloed uit de andere aderen ontvangen en waaruit het onmiddellijk in het hart vloeit worden 'holle aderen' genoemd. Je hebt een bovenste holle ader voor het bloed uit het hoofd, de borst en de bovenste ledematen, en een onderste holle ader voor het bloed uit de buik en de onderste ledematen (in het Latijn de vena cava superior en de vena cava inferior).

Het is niet met zekerheid bekend waarom men deze aders in de oudheid hol is gaan noemen. Terwijl de anatomische kennis verbeterde zijn de oude benamingen behouden. In de oude geneeskunde werd eerst gedacht dat zowel aders als slagaders een holle structuur hebben; daarna beperkte men dit tot de aders. Latere schrijvers over geneeskunde ontdekten dat het om een vertaalfout ging. De Latijnse naam is overgenomen van het Griekse woord koilḗ. De eerste betekenis daarvan is hol, maar in de tweede plaats betekent het 'zacht en soepel meebewegend' - wat verwacht wordt van holle lichaamsdelen. Het meervoud koilḗs werd verbasterd tot "chilis". Zo werden de zachte soepele aders tenslotte holle aders genoemd.