Waarom bestaat er volgens de wetten van Mendel geen wit ogige vrouwelijke fruitvliegjes in de F2 generatie?
Als je homozygoot ouders: mannetje (wild) en vrouwtje (white) met elkaar kruist dus: AA x aa, onstaat er in de F1 generatie: Aa. Als je de F1 generatie verder kruist dus: Aa x Aa, krijg de nakomelingen met het genotype AA : Aa : aa in de F2. Als het goed is heb je dus ook nakomelingen met aa in de F2 generatie. Waarom kan je dan in de F2 generatie volgens de wetten van Mendel geen vrouwtjes waarnemen met het genotype aa, die dus witte ogen hebben?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.