Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Wat is er gebeurd tijdens het paleozoïcum met de landdieren en landplanten?

Voor deze periode waren deze dieren er niet. Maar ernaar wel, wat is er gebeurd? Waardoor konden landdieren en -planten gaan groeien?

Verwijderde gebruiker
9 jaar geleden
in: Biologie
1.7K

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Het beste antwoord

Omdat dieren ergens van moeten leven, en planten genoeg hebben aan regen, zonlicht en een geschikte ondergrond, is het logisch dat dieren zich pas permanent aan land konden vestigen toen de planten dat hadden gedaan.
De eerste landplanten (althans voor zover er fossielen van zijn) stammen uit het Siluur dat duurde van 443- 419 miljoen jaar geleden (My). Dit waren mossen en algen die maar zeer plaatselijk voorkwamen. In die periode was het dierenleven in zee divers, maar er kwamen voor zover bekend nog geen diersoorten aan land (er zijn geen fossielen van gevonden)

Daarna volgde de Devoonperiode, van ca. 419 tot 358 My. Gedurende die 60 miljoen jaar -- een zeer lange tijd -- begonnen (rond 410 My) op grotere schaal planten op het land te groeien, zoals Rhynia en Zosterophyllum. Fossielen ervan zijn bewaard gebleven bij Rhynie in Schotland en in de Duitse Rijnstreek. Gedurende de gehele periode was het klimaat gematigd warm en aangenaam en het klimaat aan de polen (die op een andere plek lagen dan nu) was veel milder dan het nu is. IJs lag waarschijnlijk nergens. In de overige 50 miljoen jaar tot het eind van het Devoon ontwikkelden de planten zich dankzij dit klimaat snel en er ontstonden veel nieuwe groepen. In het midden-Devoon bestonden al paardestaarten, wolfsklauwen, varens en voorlopers van zaadplanten. Ook de eerste echte bomen (dus met een stam die van binnen uit hout bestaat) bestonden in het Devoon al. Vooral uit het midden- en late Devoon zijn heel veel fossielen bewaard gebleven.

Zowel geleedpotige dieren (o.m. mijten, schorpioenen en miljoenpoten) als primitieve gewervelde dieren (de voorlopers van de amfibieen, later de eerste echte amfibieen) bewoonden in het late Devoon het land; dat was mogelijk omdat er nu zo veel planten groeiden dat de dieren te eten hadden. Van amfibieen als Acanthostega, Ichthyostega en Elginerpeton zijn (vooral uit Schotland) fossielen bekend uit het einde van het Devoon, circa 368 tot 360 My.
Zie de bronnen!
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
9 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
9 jaar geleden
Ook bedankt voor jouw hulp!

Andere antwoorden (1)

Het Paleozoïcum is een tijdperk 541 en 252 miljoen jaar geleden bevat. Primair is er een andere naam voor.
Het heeft 6 periodes: Cambrium, Ordovicium, Siluur, Devoon, Carboon en Perm.

Uit je vraag neem ik te kunnen afleiden dat jij het vooral hebt over het eerste deel daarvan. Het Cambrium.
In dat deel was er een Cambrische explosie. Ookwel de levens-oerknal genoemd.
Voordien waren er slechts wat sponzen en tijdens die periode verschenen ongeveer de helft van de biologische stammen.

Algemeen nemen onderzoekers aan dat er vrijwel (tot zelfs geen ) landplanten waren in deze periode. Dus daar kunnen we al geen antwoord vinden. Landdieren waren er trouwens ook niet erg veel t ging hier vooral om onderwaterleven.

Zie bron.
Meestal neemt men aan dat het leven enorm groeit of afneemt omdat er iets groots gebeurt. Verandering in de leefomgeving, catastrofe, klimaatverandering, meteoriet, vulkaan,... allemaal grote ingrijpende factoren die het huidige leven uitdagen.
En levende wezens zijn nu eenmaal graag in leven en passen zich zo goed mogelijk aan. evolutie op zijn best.

Na deze periode verdwenen weer vele van die levensvormen... ( massa uitsterving)
waarom dat dan,... dito antwoord.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
9 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
9 jaar geleden
Bedankt voor je hulp!

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 5000
Gekozen afbeelding